10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Franse cursus: A1 beginner (leerplan)

A1.1.1: La présentation (De presentatie)

Frans A1.1.1 De presentatie
Hoofdstuk: Salutations et adieux (Groeten en afscheid)
Module 1 (A1): Se présenter (Jezelf voorstellen)

A1.2.1: Je me présente ! (Ik stel mezelf voor)

Frans A1.2.1 Ik stel mezelf voor
Hoofdstuk: Dire ton nom (Je naam zeggen)
Module 1 (A1): Se présenter (Jezelf voorstellen)

A1.3.1: Pays et nationalités (Landen en nationaliteiten)

Frans A1.3.1 Landen en nationaliteiten
Hoofdstuk: D'où venez-vous? (Waar kom je vandaan?)
Module 1 (A1): Se présenter (Jezelf voorstellen)

A1.4.1: Compter les marches de la Tour Eiffel (De trappen van de Eiffeltoren tellen)

Frans A1.4.1 De trappen van de Eiffeltoren tellen
Hoofdstuk: Chiffres et comptage (Cijfers en tellen)
Module 1 (A1): Se présenter (Jezelf voorstellen)

A1.5.1: Les membres de la famille (De familieleden)

Frans A1.5.1 De familieleden
Hoofdstuk: Famille (Familie)
Module 1 (A1): Se présenter (Jezelf voorstellen)

A1.6.1: Joyeux anniversaire ! (Gefeliciteerd met je verjaardag!)

Hoofdstuk: Dire ton âge (Je leeftijd zeggen)
Module 1 (A1): Se présenter (Jezelf voorstellen)

A1.7.1: Offre d'emplois (Vacaturetekst)

Frans A1.7.1 Vacaturetekst
Hoofdstuk: Métiers et études (Beroepen en studies)
Module 1 (A1): Se présenter (Jezelf voorstellen)

A1.8.1: Le formulaire d'inscription (Het inschrijfformulier)

Frans A1.8.1 Het inschrijfformulier
Hoofdstuk: Adresse et coordonnées (Adres en contactgegevens)
Module 1 (A1): Se présenter (Jezelf voorstellen)

A1.9.1: Changer un jour de travail (Een werkdag veranderen)

Hoofdstuk: Jours de la semaine et parties de la journée (Dagen van de week en dagdelen)
Module 2 (A1): Des heures aux saisons (Van uren tot seizoenen)

A1.10.1: La météo à Bordeaux (Het weer in Bordeaux)

Frans A1.10.1 Het weer in Bordeaux
Hoofdstuk: La météo (Het weer)
Module 2 (A1): Des heures aux saisons (Van uren tot seizoenen)

A1.11.1: Le marathon de Paris (De marathon van Parijs)

Frans A1.11.1 De marathon van Parijs
Hoofdstuk: Nombres ordinaux (Rangtelwoorden)
Module 2 (A1): Des heures aux saisons (Van uren tot seizoenen)

A1.12.1: Planification de vacances (vakantieplanning)

Frans A1.12.1 vakantieplanning
Hoofdstuk: Saisons, mois et parties de l'année (Seizoenen, maanden en delen van het jaar)
Module 2 (A1): Des heures aux saisons (Van uren tot seizoenen)

A1.13.1: Voyage jusque Marseille (Reis naar Marseille)

Frans A1.13.1 Reis naar Marseille
Hoofdstuk: Dire l'heure et lire l'horloge (Hoe laat is het? De klok lezen.)
Module 2 (A1): Des heures aux saisons (Van uren tot seizoenen)

A1.14.1: Les fêtes de fin d'année en famille (De feestdagen met familie)

Hoofdstuk: Dates du calendrier et jours fériés (Kalenderdata en feestdagen)
Module 2 (A1): Des heures aux saisons (Van uren tot seizoenen)

A1.15.1: Qu'est-ce qu'on mange ? (Wat eten we?)

Hoofdstuk: Nourriture quotidienne (Dagelijks eten)
Module 3 (A1): Au jour le jour (Dag tot dag)

A1.16.1: La routine de Louis (De routine van Louis)

Frans A1.16.1 De routine van Louis
Hoofdstuk: Routine quotidienne (Dagelijkse routines)
Module 3 (A1): Au jour le jour (Dag tot dag)

A1.17.1: Recette de la brioche (Recept voor de brioche)

Frans A1.17.1 Recept voor de brioche
Hoofdstuk: Cuisine et pâtisserie (Koken en bakken)
Module 3 (A1): Au jour le jour (Dag tot dag)

A1.18.1: La fête nationale entre amis (de nationale feestdag met vrienden)

Frans A1.18.1 de nationale feestdag met vrienden
Hoofdstuk: Demander des choses (Dingen vragen)
Module 3 (A1): Au jour le jour (Dag tot dag)

A1.19.1: Les achats de Laura (De aankopen van Laura)

Frans A1.19.1 De aankopen van Laura
Hoofdstuk: Prix et argent (Prijzen en geld)
Module 3 (A1): Au jour le jour (Dag tot dag)

A1.20.1: Les courses (boodschappen)

Hoofdstuk: Faire les courses (Boodschappen doen)
Module 3 (A1): Au jour le jour (Dag tot dag)

A1.21.1: Tri de l'armoire de Manon (Sorteren van Manons kast)

Frans A1.21.1 Sorteren van Manons kast
Hoofdstuk: Au magasin de vêtements (In de kledingwinkel)
Module 3 (A1): Au jour le jour (Dag tot dag)

A1.22.1: Salle de sport Basic Fit (Basic Fit sportschool)

Hoofdstuk: Parties du corps (Lichaamsdelen)
Module 3 (A1): Au jour le jour (Dag tot dag)

A1.23.1: Le mannequin parfait (Het perfecte model)

Hoofdstuk: Apparence physique (Fysiek en uiterlijk)
Module 4 (A1): Décrire des objets et des personnes (Objecten en mensen beschrijven)

A1.24.1: Shopping (Winkelen)

Frans A1.24.1 Winkelen
Hoofdstuk: Couleurs (Kleuren)
Module 4 (A1): Décrire des objets et des personnes (Objecten en mensen beschrijven)

A1.25.1: Environnement stressant au travail (Stressvolle werkomgeving)

Hoofdstuk: Émotions et sentiments (Emoties en gevoelens)
Module 4 (A1): Décrire des objets et des personnes (Objecten en mensen beschrijven)

A1.26.1: Weekend au spa (Weekend in de spa)

Frans A1.26.1 Weekend in de spa
Hoofdstuk: Sens et perception (Zintuigen en waarnemen)
Module 4 (A1): Décrire des objets et des personnes (Objecten en mensen beschrijven)

A1.27.1: L'architecture de l'Assemblée nationale (De architectuur van de Nationale Vergadering)

Frans A1.27.1 De architectuur van de Nationale Vergadering
Hoofdstuk: Toutes sortes de formes (Vormen en figuren)
Module 4 (A1): Décrire des objets et des personnes (Objecten en mensen beschrijven)

A1.28.1: La nouvelle collègue (De nieuwe collega)

Hoofdstuk: Caractère et personnalité (Karakter en persoonlijkheid)
Module 4 (A1): Décrire des objets et des personnes (Objecten en mensen beschrijven)

A1.29.1: Une grosse fièvre (Een hoge koorts)

Frans A1.29.1 Een hoge koorts
Hoofdstuk: États physiques et sensations (Fysieke toestanden en sensaties)
Module 4 (A1): Décrire des objets et des personnes (Objecten en mensen beschrijven)

A1.30.1: Rendez-vous chez le médecin (Afspraak bij de dokter)

Hoofdstuk: Maladie et douleur (Ziekte en pijn)
Module 4 (A1): Décrire des objets et des personnes (Objecten en mensen beschrijven)

A1.31.1: La maison de Lola (Het huis van Lola)

Frans A1.31.1 Het huis van Lola
Hoofdstuk: Notre maison (Ons huis)
Module 5 (A1): À la maison (Thuis)

A1.32.1: Description du salon (Beschrijving van de salon)

Frans A1.32.1 Beschrijving van de salon
Hoofdstuk: Meubles (Meubilair)
Module 5 (A1): À la maison (Thuis)

A1.33.1: On a des invités ce soir ! (We hebben vanavond gasten!)

Frans A1.33.1 We hebben vanavond gasten!
Hoofdstuk: Vaisselle (Servies)
Module 5 (A1): À la maison (Thuis)

A1.34.1: Aline déménage (Aline verhuist)

Frans A1.34.1 Aline verhuist
Hoofdstuk: Appareils ménagers (Huishoudelijke apparaten)
Module 5 (A1): À la maison (Thuis)

A1.35.1: Appartement à vendre ! (Appartement te koop!)

Hoofdstuk: Logement et hébergement (Huisvesting en accommodatie)
Module 5 (A1): À la maison (Thuis)

A1.36.1: Le nouveau jardinier (de nieuwe tuinman)

Frans A1.36.1 de nieuwe tuinman
Hoofdstuk: Plantes d'intérieur et de jardin (Kamerplanten en tuinplanten)
Module 5 (A1): À la maison (Thuis)

A1.37.1: Les conseils du vétérinaire Henry (De adviezen van dierenarts Henry)

Frans A1.37.1 De adviezen van dierenarts Henry
Hoofdstuk: Vos animaux de compagnie (Jouw huisdieren)
Module 5 (A1): À la maison (Thuis)

A1.38.1: Agenda de Romane (Agenda van Romane)

Hoofdstuk: Services quotidiens (Dagelijkse diensten)
Module 6 (A1): La ville et le village (De stad en het dorp)

A1.39.1: Ce soir on va au restau ! (Vanavond gaan we uit eten!)

Frans A1.39.1 Vanavond gaan we uit eten!
Hoofdstuk: Commander de la nourriture et dîner au restaurant (Eten bestellen en uit eten gaan)
Module 6 (A1): La ville et le village (De stad en het dorp)

A1.40.1: Programme des JO Paris 2024 (Programma van de Olympische Spelen Parijs 2024)

Hoofdstuk: Sports et exercice (Sport en beweging)
Module 6 (A1): La ville et le village (De stad en het dorp)

A1.41.1: Fête de la musique à Lyon (Muziekfeest in Lyon)

Hoofdstuk: Décrire les loisirs (Hobby's beschrijven)
Module 6 (A1): La ville et le village (De stad en het dorp)

A1.42.1: Voyage en France (Reis naar Frankrijk)

Frans A1.42.1 Reis naar Frankrijk
Hoofdstuk: Transport (Transport)
Module 6 (A1): La ville et le village (De stad en het dorp)

A1.43.1: Comment sortir du parking ? (Hoe kom ik uit de parkeergarage?)

Frans A1.43.1 Hoe kom ik uit de parkeergarage?
Hoofdstuk: Demander et donner des directions (Routebeschrijving vragen en geven)
Module 6 (A1): La ville et le village (De stad en het dorp)

A1.44.1: On fait quoi ce soir ? (Wat doen we vanavond?)

Hoofdstuk: Sortie du vendredi soir (Vrijdagavond uit)
Module 6 (A1): La ville et le village (De stad en het dorp)

A1.45.1: Un week-end culturel ! (Een cultureel weekend!)

Frans A1.45.1 Een cultureel weekend!
Hoofdstuk: Musique et art (Muziek en kunst)
Module 6 (A1): La ville et le village (De stad en het dorp)