Frans A1.31: Ons huis

Notre maison

Woordenschat (17)

 La maison: Het huis (French)

Il y a une grande fenêtre dans la maison.

Show

Vertaling laden... Show

La maison

Show

Het huis Show

 La chambre: Vertaling laden... (French)

Il y a une grande fenêtre dans la chambre moderne.

Show

Vertaling laden... Show

La chambre

Show

Vertaling laden... Show

 Le salon: Vertaling laden... (French)

Il y a une grande fenêtre dans le salon lumineux.

Show

Vertaling laden... Show

Le salon

Show

Vertaling laden... Show

 La salle à manger: Vertaling laden... (French)

C'est la salle à manger où nous dînons chaque soir.

Show

Vertaling laden... Show

La salle à manger

Show

Vertaling laden... Show

 La salle de bain: Vertaling laden... (French)

Il y a une fenêtre dans la salle de bain à l'étage.

Show

Vertaling laden... Show

La salle de bain

Show

Vertaling laden... Show

 La cuisine: De keuken (French)

Il y a une grande fenêtre dans la cuisine aménagée.

Show

Vertaling laden... Show

La cuisine

Show

Vertaling laden... Show

 Les toilettes: Vertaling laden... (French)

Il y a des toilettes propres au rez-de-chaussée de la maison.

Show

Vertaling laden... Show

Les toilettes

Show

Vertaling laden... Show

 Un appartement: Een appartement (French)

Il y a un appartement avec deux chambres au deuxième étage.

Show

Er is een appartement met twee slaapkamers op de tweede verdieping. Show

Un appartement

Show

Een appartement Show

 La fenêtre: Vertaling laden... (French)

Il y a une grande fenêtre dans le salon lumineux.

Show

Vertaling laden... Show

La fenêtre

Show

Vertaling laden... Show

 Le couloir: de gang (French)

Il y a un couloir lumineux qui relie le salon à la cuisine.

Show

Vertaling laden... Show

Le couloir

Show

Vertaling laden... Show

 Décorer (vertaling laden...) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Tu décors le mur du salon vert.

Show

Vertaling laden... Show

Décorer

Show

Vertaling laden... Show

 Construire (vertaling laden...) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vous construisez un appartement avec trois chambres.

Show

U bouwt een appartement met drie slaapkamers. Show

Construire

Show

Vertaling laden... Show

 Fermer (vertaling laden...) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vous fermez la cuisine à dix heures.

Show

Vertaling laden... Show

Fermer

Show

Vertaling laden... Show

 Entrer (vertaling laden...) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

J'entre dans la maison par la fenêtre.

Show

Vertaling laden... Show

Entrer

Show

Vertaling laden... Show

 Le mur: De muur (French)

Il y a un mur peint en blanc dans le salon.

Show

Vertaling laden... Show

Le mur

Show

Vertaling laden... Show

 Vivre ensemble: Vertaling laden... (French)

Il y a une pièce pour vivre ensemble dans cette maison.

Show

Vertaling laden... Show

Vivre ensemble

Show

Vertaling laden... Show

 Le sol: Vertaling laden... (French)

Il y a un joli tapis sur le sol du salon.

Show

Vertaling laden... Show

Le sol

Show

Vertaling laden... Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Nommez les pièces de votre maison ou appartement. (Noem de kamers van je huis of appartement.)
  2. Décrire différents types de logement. (Beschrijf verschillende woningtypes.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Cette maison a six pièces.

Dit huis heeft zes kamers.

Le salon est au rez-de-chaussée, à côté du hall d'entrée.

De woonkamer bevindt zich op de begane grond, naast de hal.

Il y a un balcon au premier étage.

Er is een balkon op de eerste verdieping.

Mon appartement a une cuisine, une chambre et une salle de bain.

Mijn appartement heeft een keuken, een slaapkamer en een badkamer.

La chambre a un balcon.

De slaapkamer heeft een balkon.

Je cherche un appartement d'une chambre.

Ik ben op zoek naar een eenkamerappartement.

Le loyer du studio comprend tous les coûts mensuels.

De huur voor de studio omvat alle maandelijkse kosten.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

La salle à manger


Vertaling laden...

2

Vivre ensemble


Vertaling laden...

3

La salle de bain


Vertaling laden...

4

Entrer


Vertaling laden...

5

Un appartement


Een appartement

Oefening 4: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling
1.
manger où | nous dînons | salle à | chaque soir. | Cest la
C'est la salle à manger où nous dînons chaque soir.
(Dit is de eetkamer waar we elke avond dineren.)
2.
salon lumineux. | dans le | grande fenêtre | Il y | a une
Il y a une grande fenêtre dans le salon lumineux.
(Er is een groot raam in de lichte woonkamer.)
3.
par la | fenêtre. | Jentre dans | la maison
J'entre dans la maison par la fenêtre.
(Ik ga het huis binnen via het raam.)
4.
a une | Il y | vivre ensemble | pièce pour | maison. | dans cette
Il y a une pièce pour vivre ensemble dans cette maison.
(Er is een kamer om samen te leven in dit huis.)
5.
sol du | sur le | salon. | a un | Il y | joli tapis
Il y a un joli tapis sur le sol du salon.
(Er ligt een mooi kleed op de vloer van de woonkamer.)
6.
la salle | propre. | à manger | Elle décore
Elle décore la salle à manger propre.
(Zij decoreert de schone eetkamer.)
7.
grande fenêtre | a une | Il y | chambre moderne. | dans la
Il y a une grande fenêtre dans la chambre moderne.
(Er is een groot raam in de moderne slaapkamer.)

Oefening 5: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Toon vertaling
Il y a une grande chambre avec une belle fenêtre.
Dans le salon, on peut décorer les murs facilement.
Pour entrer dans la maison, il faut ouvrir la porte.
La cuisine est près du couloir et c'est très pratique.

Oefening 6: Clusteren van woorden

Instructie: Groepeer de woorden op basis van de kamers van een huis of de delen van het huis, om hun gebruik beter te onthouden.

Les pièces principales de la maison

Les éléments de la maison

Oefening 7: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

fermes, ferment, nettoyons, ferme, nettoyez, nettoie, nettoies

1.
Je ... la fenêtre de la chambre.
(Ik sluit het raam van de slaapkamer.)
2.
Ils ... les fenêtres de l'appartement.
(Ze sluiten de ramen van het appartement.)
3.
Tu ... la porte du salon.
(Je sluit de deur van de woonkamer.)
4.
Il ... la porte du couloir.
(Hij sluit de deur van de gang.)
5.
Vous ... la cuisine avant de dîner.
(Je ruim de keuken op voordat ik ga eten.)
6.
Il ... la fenêtre du couloir.
(Hij maakt het raam in de gang schoon.)
7.
Tu ... le sol du salon vite.
(Je maakt snel de vloer van de woonkamer schoon.)
8.
Nous ... la salle de bain ensemble.
(We maken de badkamer samen schoon.)

Oefening 8: La forme impersonnelle: "Il y a", "C'est"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: De onpersoonlijke vorm: "Il y a", "C'est"

Toon vertaling Toon antwoorden

Ce sont, C'est, Il y a

1. Identification :
... les chambres de ma mère.
(Dit zijn de kamers van mijn moeder.)
2. Identification :
... l'appartement que vous voulez visiter.
(Dat is het appartement dat u wilt bezoeken.)
3. Présence :
... des toilettes au rez-de-chaussée.
(Er zijn toiletten op de begane grond.)
4. Identification :
... la salle à manger.
(Dit is de eetkamer.)
5. Description :
... fermé.
(Vertaling laden...)
6. Présence :
... un long couloir entre les chambres.
(Er is een lange gang tussen de kamers.)
7. Quantité :
... trois fleurs dans la maison.
(Er zijn drie bloemen in het huis.)
8. Quantité :
... beaucoup de tableaux chez vous.
(Vertaling laden...)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A1.31.1 Grammaire

La forme impersonnelle: "Il y a", "C'est"

De onpersoonlijke vorm: "Il y a", "C'est"


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Fermer sluiten

present

Frans Nederlands
(je/j') ferme Vertaling laden...
(tu) fermes jij sluit
(il/elle/on) ferme hij/zij/men sluit
(nous) fermons wij sluiten
(vous) fermez jullie sluiten
(ils/elles) ferment zij sluiten

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Nettoyer reinigen

present

Frans Nederlands
(je/j') nettoie ik reinig
(tu) nettoies jij reinigt
(il/elle/on) nettoie Vertaling laden...
(nous) nettoyons wij reinigen
(vous) nettoyez u reinigt
(ils/elles) nettoient zij reinigen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏