Nettoyer (reinigen) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Nettoyer (reinigen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Nettoyer - Vervoeging van reinigen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Present, indicatif).

Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Nettoyer (reinigen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Appareils ménagers (Huishoudelijke apparaten)

Vervoeging van reinigen in de tegenwoordige tijd

Frans Nederlands
(je/j') nettoie ik reinig
(tu) nettoies jij reinigt
(il/elle/on) nettoie hij/zij/men reinigt
(nous) nettoyons wij reinigen
(vous) nettoyez u reinigt
(ils/elles) nettoient zij reinigen

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
Je nettoie la chambre tous les jours. Ik maak elke dag de kamer schoon.
Tu nettoies le sol du salon vite. Je ruim de vloer van de woonkamer snel op.
Il nettoie la fenêtre du couloir. Hij maakt het raam van de gang schoon.
Nous nettoyons la salle de bain ensemble. We maken de badkamer samen schoon.
Vous nettoyez la cuisine avant de dîner. Je maakt de keuken schoon voordat je gaat dineren.
Ils nettoient les toilettes de l'appartement. Ze maken het toilet van het appartement schoon.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

nettoyons, nettoies, nettoie, nettoient, nettoyez

1.
Je ... la chambre tous les jours.
(Ik maak elke dag de kamer schoon.)
2.
Nous ... la salle de bain ensemble.
(We maken de badkamer samen schoon.)
3.
Ils ... les toilettes de l'appartement.
(Ze maken het toilet van het appartement schoon.)
4.
Il ... la fenêtre du couloir.
(Hij maakt het raam van de gang schoon.)
5.
Tu ... le sol du salon vite.
(Je ruim de vloer van de woonkamer snel op.)
6.
Vous ... la cuisine avant de dîner.
(Je maakt de keuken schoon voordat je gaat dineren.)