A1.44: Vrijdagavond uit

Sortie du vendredi soir

Luister- en leesmateriaal

Oefen woordenschat in context met echte materialen.

Woordenschat (13)

 La boîte de nuit: de nachtclub (French)

La boîte de nuit

Show

De nachtclub Show

 Le cocktail: De cocktail (French)

Le cocktail

Show

De cocktail Show

 La musique: De muziek (French)

La musique

Show

De muziek Show

 L'ambiance: de sfeer (French)

L'ambiance

Show

De sfeer Show

 Un ami: Een vriend (French)

Un ami

Show

Een vriend Show

 Le cinéma: de bioscoop (French)

Le cinéma

Show

De bioscoop Show

 Le théatre: het theater (French)

Le théatre

Show

Het theater Show

 Le spectacle: De show (French)

Le spectacle

Show

De show Show

 Danser (dansen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Danser

Show

Dansen Show

 Chanter (zingen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Chanter

Show

Zingen Show

 Sortir (uitgaan) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Sortir

Show

Uitgaan Show

 Faire une sortie: Een avondje uit (French)

Faire une sortie

Show

Een avondje uit Show

 La piste de danse: de dansvloer (French)

La piste de danse

Show

De dansvloer Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Décrivez votre activité du soir. (Beschrijf je avondactiviteit.)
  2. Demandez-vous quelle activité culturelle ils préfèrent. (Vraag elkaar welke culturele activiteit ze verkiezen.)
  3. Invitez quelqu'un à rejoindre votre événement. (Nodig iemand uit voor je evenement.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Je vais à un concert vendredi prochain.

Ik ga volgende vrijdag naar een concert.

J'adore aller au cinéma.

Ik ga graag naar de bioscoop.

Veux-tu venir avec moi au concert ?

Wil je met me mee naar het concert?

Je veux aller danser ce soir.

Ik wil vanavond gaan dansen.

As-tu envie de faire du karaoké ce soir ?

Heb je zin in karaoke vanavond?

Veux-tu voir le spectacle en ville avec moi ?

Wil je met me naar de show in de stad?

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

La musique


De muziek

2

Le théatre


Het theater

3

La piste de danse


De dansvloer

4

La boîte de nuit


De nachtclub

5

Chanter


Zingen

Oefening 4: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden
1.
soir ? | Tu veux | sortie vendredi | faire une
Tu veux faire une sortie vendredi soir ?
(Wil je vrijdagavond iets gaan doen?)
2.
nuit. | dans la | La musique | est jouée | boîte de
La musique est jouée dans la boîte de nuit.
(De muziek wordt gespeeld in de nachtclub.)
3.
par mes | amis ce | vendredi. | est organisé | Le spectacle
Le spectacle est organisé par mes amis ce vendredi.
(De voorstelling wordt deze vrijdag door mijn vrienden georganiseerd.)
4.
? | est ouvert | Est-ce que | vendredi soir | le cinéma
Est-ce que le cinéma est ouvert vendredi soir ?
(Is de bioscoop vrijdagavond open?)
5.
danser ! | de danse | La piste | est pleine, | on peut
La piste de danse est pleine, on peut danser !
(De dansvloer is vol, we kunnen dansen!)
6.
barman pour | les invités. | par le | Le cocktail | est préparé
Le cocktail est préparé par le barman pour les invités.
(De cocktail wordt door de barman voor de gasten bereid.)

Oefening 5: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

On va danser en boîte de nuit ce soir. (We gaan vanavond in de nachtclub dansen.)
La musique est très bonne au théâtre. (De muziek is heel goed in het theater.)
Le cocktail est servi par un ami. (De cocktail wordt geserveerd door een vriend.)
Tu veux faire une sortie vendredi soir ? (Wil je vrijdagavond iets gaan doen?)

Oefening 6: Clusteren van woorden

Instructie: Sorteer deze woorden volgens twee verschillende uitgaanscontexten: culturele evenementen of feestavonden.

Événements culturels

Soirées festives

Oefening 7: La voix passive

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: De lijdende vorm

Toon vertaling Toon antwoorden

est construit, est écoutée, sont mangés, est bu, sont réalisés, sont accueillis, sont regardés

1.
On écoute de la musique en boîte de nuit. De la musique ... en boîte de nuit.
(We luisteren naar muziek in een nachtclub. Er wordt muziek geluisterd in een nachtclub.)
2.
Léa boit son cocktail. Le cocktail ... par Léa.
(Léa drinkt haar cocktail. De cocktail wordt door Léa gedronken.)
3.
Au cinéma on regarde des films. Au cinéma, des films ....
(In de bioscoop kijkt men naar films. In de bioscoop worden films gekeken.)
4.
Elle construit le théâtre en 2007. Le théâtre ... en 2007.
(Zij bouwt het theater in 2007. Het theater wordt in 2007 gebouwd.)
5.
Ma famille mange les desserts du restaurant. Les desserts du restaurants ... par ma famille.
(Mijn familie eet de desserts van het restaurant. De desserts van het restaurant worden door mijn familie gegeten.)
6.
Le groupe réalise ses spectacles dans le monde entier. Leurs spectacles ... dans le monde entier.
(De groep voert haar voorstellingen over de hele wereld uit. Hun voorstellingen worden over de hele wereld uitgevoerd.)
7.
Mon ami boit un cocktail. Le cocktail ... par mon ami.
(Mijn vriend drinkt een cocktail. De cocktail wordt door mijn vriend gedronken.)
8.
Le théâtre accueille des artistes. Des artistes ... par le théatre.
(Het theater verwelkomt artiesten. Artiesten worden door het theater verwelkomd.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Danser dansen

passe_compose

Frans Nederlands
(je/j') j'ai dansé ik heb gedanst
tu as dansé jij hebt gedanst
il/elle/on a dansé hij/zij/men heeft gedanst
nous avons dansé wij hebben gedanst
vous avez dansé jullie hebben gedanst
ils/elles ont dansé zij hebben gedanst

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Chanter zingen

passe_compose

Frans Nederlands
(je/j') ai chanté ik heb gezongen
(tu) as chanté jij hebt gezongen
(il/elle/on) a chanté hij/zij/men heeft gezongen
(nous) avons chanté wij hebben gezongen
(vous) avez chanté jullie hebben gezongen/u heeft gezongen
(ils/elles) ont chanté zij hebben gezongen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Sortir uitgaan

passe_compose

Frans Nederlands
(je/j') je suis sorti / je suis sortie ik ben uitgegaan
tu es sorti / tu es sortie jij bent uitgegaan / jij bent uitgegaan
(il/elle/on) il est sorti / elle est sortie / on est sorti hij is uitgegaan / zij is uitgegaan / men is uitgegaan
nous sommes sortis / nous sommes sorties wij zijn uitgegaan/wij zijn uitgegaan
vous êtes sortis / vous êtes sorties / vous êtes sorti / vous êtes sortie jullie zijn uitgegaan
(ils/elles) ils sont sortis / elles sont sorties zij zijn uitgegaan

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏