Leer basiswoordenschat en zinnen over muziek en kunst in het Frans, met een focus op indirecte rede en werkwoordvervoegingen. Ideaal voor A1-leerlingen die willen praten over concerten, tentoonstellingen en culturele evenementen in het Frans.
Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (12) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Rangschik de woorden in de categorieën « Muziekinstrumenten » en « Beeldende kunst » om hun betekenis beter te onthouden.
Instruments de musique
Art visuel
Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
L'art
De kunst
2
Le piano
De piano
3
Une œuvre
Een werk
4
Arriver
Aankomen
5
Chanter une chanson
Een lied zingen
Exercice 5: Exercice de conversation
Instruction:
- Décrivez les activités dans les images. (Beschrijf de activiteiten op de foto's.)
- Parlez de votre art et musique préférés. (Praat over je favoriete kunst en muziek.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Il y a deux garçons qui regardent la télévision. Er zijn twee jongens die televisie kijken. |
Vous pouvez voir un artiste travailler sur un projet artistique. Je kunt een kunstenaar aan een kunstproject zien werken. |
J'aime l'exposition de Picasso. Ik houd van de tentoonstelling van Picasso. |
À quelle heure commence le concert ? Hoe laat begint het concert? |
Je vais à une exposition sur l'art moderne. Ik ga naar een tentoonstelling over moderne kunst. |
J'aime le rock, mais j'apprécie aussi un concert de jazz. Ik houd van rock, maar ik geniet ook van een jazzconcert. |
... |
Oefening 6: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 7: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Le musicien dit qu'il _____ jouer du violon ce soir au musée.
(De musicus zegt dat hij _____ vanavond viool gaat spelen in het museum.)2. Elle dit que la chanteuse _____ chanté une belle chanson hier.
(Zij zegt dat de zangeres _____ gisteren een mooi lied gezongen heeft.)3. Il dit _____ visiter les tableaux impressionnistes au deuxième étage.
(Hij zegt _____ de impressionistische schilderijen op de tweede verdieping te bezoeken.)4. Nous disons que les œuvres d'art _____ très intéressantes.
(Wij zeggen dat de kunstwerken _____ erg interessant zijn.)Oefening 8: Een cultureel bezoek in de stad
Instructie:
Werkwoordschema's
Arriver - Arriveren
Passé composé
- Je suis arrivé
- Tu es arrivé
- Il/Elle est arrivé(e)
- Nous sommes arrivés
- Vous êtes arrivés
- Ils/Elles sont arrivés
Visiter - Bezoeken
Passé composé
- J'ai visité
- Tu as visité
- Il/Elle a visité
- Nous avons visité
- Vous avez visité
- Ils/Elles ont visité
Chanter - Zingen
Imparfait
- Je chantais
- Tu chantais
- Il/Elle chantait
- Nous chantions
- Vous chantiez
- Ils/Elles chantaient
Jouer - Spelen
Passé composé
- J'ai joué
- Tu as joué
- Il/Elle a joué
- Nous avons joué
- Vous avez joué
- Ils/Elles ont joué
Aimer - Houden van
Plus-que-parfait
- J'avais aimé
- Tu avais aimé
- Il/Elle avait aimé
- Nous avions aimé
- Vous aviez aimé
- Ils/Elles avaient aimé
Oefening 9: Le discours indirect : Il dit que...
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: De indirecte rede: Il dit que...
Toon vertaling Toon antwoordendit que, dit de, dit qu', dit d'
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Visiter bezoeken Delen Gekopieerd!
passe_compose
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') j'ai visité | ik heb bezocht |
tu as visité | jij hebt bezocht |
il/elle/on a visité | hij/zij/men heeft bezocht |
nous avons visité | wij hebben bezocht |
vous avez visité | u hebt bezocht |
ils/elles ont visité | zij hebben bezocht |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Een Cultureel Weekend - Discireren over Muziek en Kunst in het Frans
Deze les helpt je om Franse basiszinnen en woordenschat te leren die te maken hebben met muziek en kunst. Je ontdekt hoe je indirecte rede gebruikt, vaak met de frase "Il dit que...", om wat anderen zeggen of denken over evenementen zoals concerten en tentoonstellingen te vertellen. Dit is een belangrijke vaardigheid om gesprekken op A1-niveau natuurlijker te maken.
Belangrijke woordenschat
- Instrumenten: la guitare, le piano, le violon, le musicien
- Visuele kunst: le musée, le tableau, une œuvre, les tableaux
Praktische voorbeelden en dialogen
Je leert zinnen zoals "Le musicien joue du violon dans la salle de concert" en hoe je deze kunt melden met indirecte rede, bijvoorbeeld "Il dit qu'il va jouer du violon ce soir". Daarnaast oefen je met korte dialogsituaties, zoals het vragen naar informatie over een kunsttentoonstelling, praten over muziekoptredens en het bespreken van het museumbezoek met een vriend.
Specifieke grammaticale focus
De les legt ook nadruk op de vervoeging van werkwoorden in verschillende tijden, die vaak voorkomen bij het gebruiken van de indirecte rede: present, passé composé, imparfait en plus-que-parfait. Je oefent met meerkeuzevragen en het invullen van zinnen om vertrouwd te raken met deze vormen.
Verschillen tussen het Frans en Nederlands in deze context
In het Frans wordt de indirecte rede vaak ingeleid met que en soms de, wat je in het Nederlands met "dat" of de infinitief kunt vertalen. Bijvoorbeeld: "Il dit qu'il vient" (Hij zegt dat hij komt) versus het Nederlands kan ook zijn "Hij zegt te komen". Franse werkwoordstijden zijn uitgebreider dan in het Nederlands, daarom is het belangrijk de specifieke tijdsvormen goed te oefenen.
Enkele handige uitdrukkingen zijn:
- Il dit que... - Hij zegt dat...
- Elle dit qu'elle aime... - Zij zegt dat zij houdt van...
- Il dit de venir... - Hij zegt te komen...