- Als men "de" in de passieve vorm gebruikt, staat het werkwoord dat volgt in de infinitief.
Discours direct (Directe rede) | Discours indirect (Indirecte rede) |
Paul : "Je vais faire de la guitare." (Hij zegt dat hij gitaar gaat spelen.) | Il dit qu'il va faire de la guitare. (Hij zegt dat hij gitaar gaat spelen.) |
Marie : "J'aime beaucoup l'art" (Ze zegt dat ze erg van kunst houdt.) | Elle dit qu'elle aime beaucoup l'art. (Ze zegt dat ze heel erg van kunst houdt.) |
Tom : "Regardez là-bas !" (Hij zegt te kijken daar.) | Il dit de regarder là-bas. (Hij zegt te kijken daar.) |
Léa : "Mon train est en retard." (Ze zegt dat haar trein vertraging heeft.) | Elle dit que son train est en retard. (Ze zegt dat haar trein te laat is.) |
Uitzonderingen!
- "Que" wordt "qu'" wanneer het gevolgd wordt door een klinker of een stomme h.
- "De" wordt "d'" wanneer het gevolgd wordt door een klinker of een stomme h.
Oefening 1: Le discours indirect : Il dit que...
Instructie: Vul het juiste woord in.
dit que, dit de, dit qu', dit d'
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Il dit ___ aimer chanter une chanson au musée.
(Hij zegt dat hij graag een lied zingt in het museum.)2. Elle dit ___ écouter le violon pendant l'exposition.
(Ze zegt dat je naar de viool moet luisteren tijdens de tentoonstelling.)3. Le chanteur dit ___ arriver à l'heure pour le concert.
(De zanger zegt dat hij op tijd aankomt voor het concert.)4. Ils disent ___ visiter le musée demain.
(Ze zeggen dat ze morgen het museum zullen bezoeken.)5. Elle dit ___ admirer les tableaux dans la salle.
(Ze zegt dat je de schilderijen in de zaal moet bewonderen.)6. Il dit ___ jouer du piano dans l'exposition musicale.
(Hij zegt dat hij piano speelt in de muziekexpositie.)