Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Gesprek

1. Quentin: Bonjour, je suis Quentin, le nouveau jardinier du parc. (Hallo, ik ben Quentin, de nieuwe tuinman van het park.) Show
2. Zoé: Enchanté. Moi je m'appelle Zoé et je suis ta supérieur ici. (Aangenaam. Ik ben Zoé en ik ben jouw leidinggevende hier.) Show
3. Quentin: Très bien ! Que dois-je faire ? (Heel goed! Wat moet ik doen?) Show
4. Zoé: Va chercher un arrosoir et arrose les fleurs ! (Ga een gieter halen en giet de bloemen water!) Show
5. Quentin: Est-ce que je dois aussi arroser la plante à côté du banc ? (Moet ik ook de plant naast de bank water geven?) Show
6. Zoé: Prends le sac de graines. (Pak de zak met zaden.) Show
7. Quentin: Je prends aussi la terre ? (Neem ik ook de grond mee?) Show
8. Zoé: Oui ! Fais un trou dans la terre. Mets la graine et arrose tous les jours. (Ja! Maak een gat in de grond. Doe het zaad erin en geef elke dag water.) Show
9. Quentin: D'accord, je fais ça. Ce sont des graines de quoi ? (Oké, ik doe het. Van wat voor zaden zijn dat?) Show
10. Zoé: Des graines de roses. Bon je dois y aller. Appelle moi si tu as un problème ! (Zaden van rozen. Nou, ik moet gaan. Bel me als je een probleem hebt!) Show
11. Quentin: Et pour l'herbe, je fais quoi ? (En voor het gras, wat moet ik doen?) Show
12. Zoé: Tonds la pelouse toutes les semaines. (Maai het gras elke week.) Show
13. Quentin: Et les feuilles qui tombent des arbres ? (En wat doen we met de bladeren die van de bomen vallen?) Show
14. Zoé: Ramasse-les ! (Raap ze op!) Show

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. Comment Quentin doit planter les graines ?
  2. Hoe moet Quentin de zaden planten?
  3. Que fait Quentin avec les feuilles ?
  4. Wat doet Quentin met de bladeren?
  5. A quelle fréquence doit-il tondre la pelouse ?
  6. Hoe vaak moet hij het gras maaien?
  7. Comment s'est déroulé ton premier jour au travail ?
  8. Hoe is je eerste werkdag verlopen?
  9. Entretiens-tu ton jardin ?
  10. Verzorg je je tuin?

Oefening 2: Vul de open plekken in en maak de zinnen af

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

arbres, pelouse, plante, banc, jardinier, arrose, feuilles

1.
Est-ce que je dois aussi arroser la ... à côté du ... ?
(Moet ik ook de plant naast de bank water geven?)
2.
Bonjour, je suis Quentin, le nouveau ... du parc.
(Hallo, ik ben Quentin, de nieuwe tuinman van het park.)
3.
Tonds la ... toutes les semaines.
(Maaien het gazon elke week)
4.
Et les ... qui tombent des ... ?
(En de bladeren die van de bomen vallen?)
5.
Va chercher un arrosoir et ... les fleurs !
(Haal een gieter en geef de bloemen water!)

Oefening 3: Orden de tekst

Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.

Toon vertaling
13
... Et les feuilles qui tombent des arbres ?
(En de bladeren die van de bomen vallen?)
1
1 Bonjour, je suis Quentin, le nouveau jardinier du parc.
(Hallo, ik ben Quentin, de nieuwe tuinman van het park.)
11
... Et pour l'herbe, je fais quoi ?
(En voor het gras, wat moet ik doen?)
10
... Des graines de roses. Bon je dois y aller. Appelle moi si tu as un problème !
(Rozenzaden. Oké, ik moet gaan. Bel me als je een probleem hebt!)
7
... Je prends aussi la terre ?
(Neem ik ook de aarde mee?)
6
... Prends le sac de graines.
(Neem de zak met zaden.)
4
... Va chercher un arrosoir et arrose les fleurs !
(Haal een gieter en geef de bloemen water!)
3
... Très bien ! Que dois-je faire ?
(Heel goed! Wat moet ik doen?)
14
14 Ramasse-les !
(Raap ze op!)
8
... Oui ! Fais un trou dans la terre. Mets la graine et arrose tous les jours.
(Ja! Maak een gat in de grond. Doe het zaad erin en geef elke dag water.)
5
... Est-ce que je dois aussi arroser la plante à côté du banc ?
(Moet ik ook de plant naast de bank water geven?)
9
... D'accord, je fais ça. Ce sont des graines de quoi ?
(Oké, ik doe het. Van wat voor zaden zijn dat?)
2
... Enchanté. Moi je m'appelle Zoé et je suis ta supérieur ici.
(Aangenaam. Ik ben Zoé en ik ben jouw leidinggevende hier.)
12
... Tonds la pelouse toutes les semaines.
(maaien het gazon elke week)