A1.5: Familie

Famille

Leer de Franse woorden voor familieleden en de bezittelijke voornaamwoorden (mon, ma, ton, leur) in context. Oefen met eenvoudige dialogen en zinnen om je familie in het Frans te beschrijven. Deze les helpt je ook met basiswerkwoorden zoals aimer (houden van) en visiter (bezoeken) om natuurlijke gesprekken te voeren over familie.

Luister- en leesmateriaal

Oefen woordenschat in context met echte materialen.

Woordenschat (20)

 Le mari: de echtgenoot (French)

Le mari

Show

De echtgenoot Show

 L'enfant: het kind (French)

L'enfant

Show

Het kind Show

 Le père: de vader (French)

Le père

Show

De vader Show

 La mère: de moeder (French)

La mère

Show

De moeder Show

 Le fils: De zoon (French)

Le fils

Show

De zoon Show

 Une fille: een dochter (French)

Une fille

Show

Een dochter Show

 Le frère: de broer (French)

Le frère

Show

De broer Show

 La sœur: de zus (French)

La sœur

Show

De zus Show

 Le grand-père: de grootvader (French)

Le grand-père

Show

De grootvader Show

 La grand-mère: de grootmoeder (French)

La grand-mère

Show

De grootmoeder Show

 Un oncle: Een oom (French)

Un oncle

Show

Een oom Show

 La tante: de tante (French)

La tante

Show

De tante Show

 Le cousin: de neef (French)

Le cousin

Show

De neef Show

 Le couple: Het stel (French)

Le couple

Show

Het stel Show

 La famille: Het gezin (French)

La famille

Show

Het gezin Show

 Un parent: een ouder (French)

Un parent

Show

Een ouder Show

 J’ai un frère: Ik heb een broer (French)

J’ai un frère

Show

Ik heb een broer Show

 Aimer (houden van) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Aimer

Show

Houden van Show

 Réunir (verzamelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Réunir

Show

Verzamelen Show

 Pouvoir (kunnen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Pouvoir

Show

Kunnen Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden
1.
ton | frère | Comment | ? | s’appelle
Comment s’appelle ton frère ?
(Hoe heet jouw broer?)
2.
dimanche. | famille le | J’aime passer | du temps | avec ma
J’aime passer du temps avec ma famille le dimanche.
(Ik breng graag tijd door met mijn familie op zondag.)
3.
une sœur | et un | frère. | Elle a
Elle a une sœur et un frère.
(Ze heeft een zus en een broer.)
4.
chez nous | ce week-end. | nos parents | Nous réunissons
Nous réunissons nos parents chez nous ce week-end.
(Wij nodigen onze ouders dit weekend bij ons uit.)
5.
histoires. | Ton | grand-père | raconter | aime | des
Ton grand-père aime raconter des histoires.
(Je grootvader houdt ervan verhalen te vertellen.)
6.
est très | gentille avec | les enfants. | Leur tante
Leur tante est très gentille avec les enfants.
(Hun tante is heel lief voor de kinderen.)

Oefening 2: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Mon frère aime jouer au foot le dimanche. (Mijn broer speelt graag zondag voetbal.)
Nous rendons visite à nos grands-parents le samedi. (We bezoeken onze grootouders op zaterdag.)
Ta mère prépare toujours un bon repas pour la famille. (Jouw moeder bereidt altijd een goede maaltijd voor het gezin.)
Leur fille parle très bien français. (Hun dochter spreekt heel goed Frans.)

Oefening 3: Clusteren van woorden

Instructie: Rangschik de volgende woorden volgens of ze een lid van de naaste familie of de uitgebreide familie aanduiden.

Famille proche

Famille élargie

Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Le couple


Het stel

2

La sœur


De zus

3

Le frère


De broer

4

Le mari


De echtgenoot

5

Le père


De vader

Exercice 5: Exercice de conversation

Instruction:

  1. Décrivez les relations indiquées entre les membres de la famille. (Beschrijf de aangegeven relaties tussen de familieleden.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Juliette est la femme de Mark.

Juliette is de vrouw van Mark.

Alexis et Louise sont les grands-parents d'Anna.

Alexis en Louise zijn de grootouders van Anna.

Marco est le fils de Birgit et Stephan.

Marco is de zoon van Birgit en Stephan.

Le garçon et la fille sont frères et sœurs.

De jongen en het meisje zijn broer en zus.

Caitlin est la mère de deux filles.

Caitlin is de moeder van twee meisjes.

La fille a deux frères.

Het meisje heeft twee broers.

...

Oefening 6: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 7: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. J’__ passer du temps avec ma famille le week-end.

(Ik __ het leuk om in het weekend tijd door te brengen met mijn familie.)

2. Tu __ souvent tes cousins à Paris ?

(Je __ vaak je neven en nichten in Parijs?)

3. Il __ présenter sa famille à ses collègues.

(Hij __ ervan zijn familie aan zijn collega’s voor te stellen.)

4. Nous __ souvent nos grands-parents le dimanche.

(Wij __ vaak onze grootouders op zondag.)

Oefening 8: Mijn familie en mijn bezoeken

Instructie:

Bonjour ! J' (Aimer - Présent) mon frère et ma sœur. Chaque week-end, nous (Visiter - Présent) nos grands-parents. Ma grand-mère (Aimer - Présent) préparer des gâteaux, et mon grand-père (Aimer - Présent) raconter des histoires. Moi, je (Visiter - Présent) souvent ma tante et mon oncle. Ils ont un enfant. J' (Aimer - Présent) aussi passer du temps avec eux.


Hallo! Ik hou van mijn broer en mijn zus. Elk weekend bezoeken we onze grootouders. Mijn grootmoeder houdt ervan taarten te bakken, en mijn grootvader vertelt graag verhalen. Ik bezoek vaak mijn tante en oom. Zij hebben een kind. Ik hou ook van tijd met hen doorbrengen.

Werkwoordschema's

Aimer - Houden van

Présent

  • j'aime
  • tu aimes
  • il/elle/on aime
  • nous aimons
  • vous aimez
  • ils/elles aiment

Visiter - Bezoeken

Présent

  • je visite
  • tu visites
  • il/elle/on visite
  • nous visitons
  • vous visitez
  • ils/elles visitent

Oefening 9: Les adjectifs possesifs

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden

Toon vertaling Toon antwoorden

Leur, ton, mon, sa, son, nos, mes

1. Tu :
Je suis ... cousin.
(Ik ben je neef.)
2. Je :
Paul est ... frère.
(Paul is mijn broer.)
3. Il :
C'est ... fils, il s'appelle Martin.
(Het is zijn zoon, hij heet Martin.)
4. Elle :
Elles sont ensemble, elle et ... mère.
(Zij zijn samen, zij en haar moeder.)
5. Nous :
Nous sommes avec ... amis.
(Wij zijn met onze vrienden.)
6. Ils/Elles :
... famille est anglaise.
(Hun familie is Engels.)
7. Nous :
Nous avons deux filles. Elles sont ... enfants.
(We hebben twee dochters. Zij zijn onze kinderen.)
8. Je :
Je suis le fils préféré de ... parents.
(Ik ben de lievelingszoon van mijn ouders.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A1.5.2 Grammaire

Les adjectifs possesifs

Bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Aimer houden van

present

Frans Nederlands
(je/j') aime ik houd van
(tu) aimes jij houdt van
(il/elle/on) aime hij/zij/men houdt van
(nous) aimons wij houden van
(vous) aimez jullie houden van
(ils/elles) aiment zij houden van

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Visiter bezoeken

present

Frans Nederlands
(je/j') je visite / j visite ik bezoek
tu visites jij bezoekt
(il/elle/on) il visite / elle visite / on visite hij bezoekt / zij bezoekt / men bezoekt
nous visitons wij bezoeken
vous visitez jullie bezoeken
(ils/elles) ils visitent / elles visitent zij bezoeken

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Familie en Bezittelijke Voornaamwoorden in het Frans

Deze les is bedoeld voor beginners (niveau A1) die Frans leren en richt zich op het thema familie. Je leert de namen van familieleden, zowel van de nauwste familie zoals le père (de vader), la mère (de moeder), le frère (de broer), en la sœur (de zus), als van de uitgebreidere familie zoals le grand-père (de grootvader) en la tante (de tante). Hierbij leer je ook hoe je deze woorden kunt classificeren volgens hun betekenis.

Belangrijke grammatica: Bezittelijke voornaamwoorden

Een belangrijk onderdeel van de les zijn de bezittelijke voornaamwoorden (adjectifs possessifs) in het Frans, die aangeven van wie iets is. Bijvoorbeeld:

  • Mon frère (mijn broer)
  • Ta mère (jouw moeder)
  • Leur fille (hun dochter)

Deze voornaamwoorden veranderen afhankelijk van het geslacht en het aantal van het zelfstandig naamwoord.

Gebruik in gesprekken

De les bevat ook dialogen die laten zien hoe je over je familie kunt praten, zoals bij het voorstellen aan een collega, of tijdens een gesprek in een café of bibliotheek. Hierbij wordt veel geoefend met de bezittelijke voornaamwoorden en eenvoudige zinnen over gezinsleden.

Oefeningen en werkwoorden

Je krijgt oefeningen waarmee je de juiste vervoegingen van werkwoorden kunt oefenen, zoals aimer (houden van) en visiter (bezoeken), wat vaak voorkomt in de voorbeeldzinnen. Ook is er een kort verhaaltje met werkwoordsvervoegingen om de inhoud beter te begrijpen.

Tips over verschillen met het Nederlands

In het Frans veranderen bezittelijke voornaamwoorden vaker dan in het Nederlands omdat ze afgestemd moeten worden op het geslacht en het getal van het volgende woord. Zo gebruik je mon bij mannelijke woorden en ma bij vrouwelijke woorden, terwijl ze in het Nederlands altijd mijn zijn. Bijvoorbeeld: mon frère (mijn broer) vs. ma sœur (mijn zus). De Franse zinsbouw volgt vaak het patroon bezittelijk voornaamwoord + zelfstandig naamwoord.

Gebruikelijke woorden om familie te bespreken zijn bijvoorbeeld:

  • la famille - de familie
  • le frère - de broer
  • la mère - de moeder
  • le grand-père - de grootvader

Probeer bij het leren vooral te letten op de overeenkomsten en verschillen met het Nederlands om de taal beter te doorgronden en correct te gebruiken.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏