Aimer (houden van) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Aimer (houden van) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Aimer - Vervoeging van houden van in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs (Present, indicatif).

Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Aimer (houden van) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Famille (Familie)

Tegenwoordige tijd van houden van

Frans Nederlands
(je/j') aime ik houd van
(tu) aimes jij houdt van
(il/elle/on) aime hij/zij/men houdt van
(nous) aimons wij houden van
(vous) aimez jullie houden van
(ils/elles) aiment zij houden van

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
J'aime ma famille et mon frère. Ik hou van mijn familie en mijn broer.
Tu aimes ton frère et ta sœur ? Jij houdt van je broer en je zus
Il aime son père et sa mère. Hij houdt van zijn vader en zijn moeder.
Nous aimons réunir toute la famille. Wij houden van het hele gezin samenbrengen.
Vous aimez les enfants et le grand-père. Jullie houden van kinderen en de grootvader.
Ils aiment leurs oncles et tantes. Ze houden van hun ooms en tantes.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

aimez, aimons, aimes, aime, aiment

1.
Ils ... leurs oncles et tantes.
(Ze houden van hun ooms en tantes.)
2.
Tu ... ton frère et ta sœur ?
(Jij houdt van je broer en je zus)
3.
Il ... son père et sa mère.
(Hij houdt van zijn vader en zijn moeder.)
4.
Nous ... réunir toute la famille.
(Wij houden van het hele gezin samenbrengen.)
5.
Vous ... les enfants et le grand-père.
(Jullie houden van kinderen en de grootvader.)
6.
J'... ma famille et mon frère.
(Ik hou van mijn familie en mijn broer.)