Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (14) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Comment les gens se sentent-ils dans ces situations ? (Hoe voelen de mensen zich in die situaties?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Il est épuisé. Hij is uitgeput. |
Je me sens fatigué le matin. Ik voel me moe in de ochtend. |
Je me sens épuisé après le travail. Ik voel me uitgeput na werk. |
J'ai besoin de boire quelque chose. Ik moet iets drinken. |
J'ai soif. Ik heb dorst. |
J'ai faim. Ik heb honger. |
Elle a froid. Zij heeft het koud. |
Je me sens chaud. Ik voel me warm. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Faible
Zwak
2
Souffrir
Lijden
3
Prendre soin de soi
Voor jezelf zorgen
4
Être malade
Ziek zijn
5
Le sommeil
De slaap
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 5: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 6: Clusteren van woorden
Instructie: Classificeer deze woorden in twee categorieën op basis van lichamelijke sensaties en de behoeften van het lichaam.
Les sensations physiques
Les besoins du corps
Oefening 7: Les pronoms toniques: Moi, Toi, Lui...
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: De klemtonen: Moi, Toi, Lui...
Toon vertaling Toon antwoordeneux, moi, lui, vous, elle, elles, Moi
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Souffrir lijden Delen Gekopieerd!
present
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') souffre | ik lijd |
(tu) souffres | jij lijdt |
(il/elle/on) souffre | hij/zij/men lijdt |
(nous) souffrons | wij lijden |
(vous) souffrez | jullie lijden/u lijdt |
(ils/elles) souffrent | zij lijden |
Se reposer uitrusten Delen Gekopieerd!
present
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') je me repose | ik rust uit |
tu te reposes | jij rust uit |
il/elle/on se repose | hij/zij/men rust uit |
nous nous reposons | wij rusten uit |
vous vous reposez | jullie rusten uit |
ils/elles se reposent | zij rusten uit |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.