Woordenschat (16) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Décrivez et comparez les personnes. (Beschrijf en vergelijk de mensen.)
- Décrivez votre propre caractère. (Beschrijf je eigen karakter.)
- Décrivez vos membres de famille et amis. (Beschrijf je gezinsleden en vrienden.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Juliette et Lukas forment un couple affectueux. Juliette en Lukas zijn een liefdevol stel. |
Raúl est la personne la plus renfermée. Il est introverti. Raúl is de meest gesloten persoon. Hij is introvert. |
Caitlin n'est pas sportive ; elle est la personne la moins active. Caitlin is niet sportief; ze is de minst actieve persoon. |
Il est la personne la plus paresseuse. Hij is de luieste persoon. |
Je semble paresseux mais je suis actif. Ik lijk lui, maar ik ben actief. |
Je peux être timide si je ne connais pas les gens. Ik kan verlegen zijn als ik de mensen niet ken. |
Il n'est pas honnête. Hij is niet eerlijk. |
Elle est très amicale mais pas très intelligente. Zij is erg vriendelijk maar niet erg slim. |
Ce sont des étudiants intelligents. Zij zijn intelligente studenten. |
Ils sont plutôt bêtes, mais nous ne le leur dirons pas. Ze zijn nogal dom, maar we zullen het hen niet vertellen. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Menteur
Leugenaar
2
Dynamique
Dynamisch
3
Méchant
Gemeen
4
Connaître
Kennen
5
Généreux
Gul
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 5: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 6: Clusteren van woorden
Instructie: Plaats de woorden in de juiste categorie, afhankelijk van of ze positieve eigenschappen of gebreken van de persoonlijkheid beschrijven.
Qualités positives
Défauts
Oefening 7: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.
connais, connaissez, paraissons, paraissent, connaissent, connaît, connaissons
Oefening 8: Les superlatifs: "Le plus, Le moins,etc..."
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: De superlatieven: "Le plus, Le moins," etc...
Toon vertaling Toon antwoordenle pire, les pires, la pire, le plus, le meilleur, la moins, le moins
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A1.28.1 Grammaire
Les superlatifs: "Le plus, Le moins,etc..."
De superlatieven: "Le plus, Le moins," etc...
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Connaître kennen Delen Gekopieerd!
present
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') connais | ik ken |
(tu) connais | jij kent |
(il/elle/on) connaît | hij/zij/men kent |
(nous) connaissons | wij kennen |
(vous) connaissez | jullie kennen/u kent |
(ils/elles) connaissent | zij kennen |
Paraître eruitzien Delen Gekopieerd!
present
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') paraître | ik lijk |
(tu) paraître | jij ziet eruit |
(il/elle/on) paraît | hij/zij/men ziet eruit |
(nous) paraissons | wij zien eruit |
(vous) paraissez | jullie lijken eruit |
(ils/elles) paraissent | zij lijken eruit te zien |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.