10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Gesprek

1. Maxime: Tu connaît notre nouvelle collègue ? Elle s'appelle comment déjà ? (Ken je onze nieuwe collega? Hoe heet ze ook alweer?) Show
2. Sophie: Oui, je travaille avec elle ce matin. Elle s'appelle Claire. (Ja, ik werk vanmorgen met haar. Ze heet Claire.) Show
3. Maxime: Alors ? Elle paraît gentille ? (Dus? Ze lijkt aardig?) Show
4. Sophie: Je l'ai vu que vingt minutes. Elle est très intelligente mais un peu timide. (Ik heb haar maar twintig minuten gezien. Ze is heel intelligent maar een beetje verlegen.) Show
5. Maxime: Tu sais si elle est drôle ? On a besoin de gens amusants pour bien travailler ensemble. (Weet je of ze grappig is? We hebben leuke mensen nodig om goed samen te kunnen werken.) Show
6. Sophie: Je ne sais pas si elle est drôle, mais elle a fait tomber son café sur son bureau et ça a fait rire toute l'équipe. (Ik weet niet of ze grappig is, maar ze liet haar koffie op haar bureau vallen en dat deed het hele team lachen.) Show
7. Maxime: Elle doit être maladroite... (Ze moet onhandig zijn...) Show
8. Sophie: Oui, mais c'est la plus courageuse de rejoindre une équipe au milieu du projet, ce n'est pas facile. (Ja, maar ze is de moedigste om zich bij een team te voegen midden in het project, dat is niet makkelijk.) Show
9. Maxime: Ne t'inquiètes pas, je vais la mettre à l'aise. (Maak je geen zorgen, ik zorg ervoor dat ze zich op haar gemak voelt.) Show
10. Sophie: Dis lui que le manager est le plus méchant de l'équipe avec les nouveaux et que ce n'est pas de sa faute. (Zeg haar dat de manager het gemeenste van het team is met de nieuwkomers en dat het niet zijn schuld is.) Show
11. Maxime: Oh oui ! Souvent, il dit que Fabrice oublie les documents alors que c'est lui qui les oublie. (Oh ja! Vaak zegt hij dat Fabrice de documenten vergeet terwijl hij het zelf is die ze vergeet.) Show
12. Sophie: C'est vraiment un menteur ! Heureusement que le patron le connaît bien et qu'il ne le croît plus... (Hij is echt een leugenaar! Gelukkig kent de baas hem goed en gelooft hij hem niet meer...) Show

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. Comment s'appelle la nouvelle ?
    2. Hoe heet de nieuwe collega?
  2. Qu'a-t-elle fait qui a fait rire toute l'équipe ?
    3. Wat heeft ze gedaan waardoor het hele team moest lachen?
  3. Comment est décrit le manager ?
    4. Hoe wordt de manager beschreven?
  4. Comment tu te sentais lors de ton premier jour au travail ?
    5. Hoe voelde je je op je eerste werkdag?
  5. Quelle est la plus grande qualité ?
    6. Wat is de beste eigenschap?

Oefening 2: Vul de open plekken in en maak de zinnen af

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

drôle, intelligente, menteur, méchant, courageuse

1.
Dis lui que le manager est le plus ... de l'équipe avec les nouveaux et que ce n'est pas de sa faute.
(Zeg haar dat de manager het gemeenste van het team is tegenover de nieuwkomers en dat het niet haar schuld is.)
2.
Je ne sais pas si elle est ..., mais elle a fait tomber son café sur son bureau et ça a fait rire toute l'équipe.
(Ik weet niet of ze grappig is, maar ze heeft haar koffie op haar bureau laten vallen en dat maakte het hele team aan het lachen.)
3.
C'est vraiment un ... ! Heureusement que le patron le connaît bien et qu'il ne le croît plus...
(Hij is echt een leugenaar! Gelukkig kent de baas hem goed en gelooft hij hem niet meer...)
4.
Oui, mais c'est la plus ... de rejoindre une équipe au milieu du projet, ce n'est pas facile.
(Ja, maar het is het moedigst om je midden in het project bij een team aan te sluiten, dat is niet gemakkelijk.)
5.
Je l'ai vu que vingt minutes. Elle est très ... mais un peu timide.
(Ik heb haar maar twintig minuten gezien. Ze is heel intelligent maar een beetje verlegen.)

Oefening 3: Orden de tekst

Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.

Toon vertaling
2
... Oui, je travaille avec elle ce matin. Elle s'appelle Claire.
(Ja, ik werk vanmorgen met haar. Ze heet Claire.)
12
12 C'est vraiment un menteur ! Heureusement que le patron le connaît bien et qu'il ne le croît plus...
(Hij is echt een leugenaar! Gelukkig kent de baas hem goed en gelooft hij hem niet meer...)
11
... Oh oui ! Souvent, il dit que Fabrice oublie les documents alors que c'est lui qui les oublie.
(Oh ja! Vaak zegt hij dat Fabrice de documenten vergeet terwijl hij het zelf is die ze vergeet.)
4
... Je l'ai vu que vingt minutes. Elle est très intelligente mais un peu timide.
(Ik heb haar maar twintig minuten gezien. Ze is heel intelligent maar een beetje verlegen.)
6
... Je ne sais pas si elle est drôle, mais elle a fait tomber son café sur son bureau et ça a fait rire toute l'équipe.
(Ik weet niet of ze grappig is, maar ze heeft haar koffie op haar bureau laten vallen en dat maakte het hele team aan het lachen.)
9
... Ne t'inquiètes pas, je vais la mettre à l'aise.
(Maak je geen zorgen, ik zorg ervoor dat ze zich op haar gemak voelt.)
8
... Oui, mais c'est la plus courageuse de rejoindre une équipe au milieu du projet, ce n'est pas facile.
(Ja, maar het is het moedigst om je midden in het project bij een team aan te sluiten, dat is niet gemakkelijk.)
3
... Alors ? Elle paraît gentille ?
(Nou, wat denk je? Ze lijkt aardig?)
10
... Dis lui que le manager est le plus méchant de l'équipe avec les nouveaux et que ce n'est pas de sa faute.
(Zeg haar dat de manager het gemeenste van het team is tegenover de nieuwkomers en dat het niet haar schuld is.)
1
1 Tu connaît notre nouvelle collègue ? Elle s'appelle comment déjà ?
(Ken je onze nieuwe collega? Hoe heet ze ook alweer?)
7
... Elle doit être maladroite...
(Ze moet onhandig zijn...)
5
... Tu sais si elle est drôle ? On a besoin de gens amusants pour bien travailler ensemble.
(Weet je of ze grappig is? We hebben leuke mensen nodig om goed samen te kunnen werken.)