Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Gesprek

1. Quentin: Je peux te poser des questions sur la soirée, je ne l'ai jamais célébré la fête nationale à Paris. (Mag ik je vragen stellen over de avond, ik heb het nationale feest nog nooit in Parijs gevierd.) Show
2. Marine: Oui bien sûr ! C'est le jour où on célèbre la liberté et la République ! Alors demande moi ce que tu veux. (Ja natuurlijk! Het is de dag waarop we vrijheid en de republiek vieren! Dus vraag me wat je wilt.) Show
3. Quentin: peut-on voir les feux d'artifices à minuit ? (Waar kan je om middernacht vuurwerk zien?) Show
4. Marine: Les feux d'artifices sont derrière la Tour Eiffel, mais on les voit des Champs Elysée. (Het vuurwerk is achter de Eiffeltoren, maar je kunt het zien vanaf de Champs Elysées.) Show
5. Quentin: D'accord. Et qui sera avec nous ? Je ne sais plus... (Goed. En wie zal er bij ons zijn? Ik weet het niet meer...) Show
6. Marine: Ce soir il y a Lucas, Pauline et Marc qui nous rejoignent. (Vanavond komen Lucas, Pauline en Marc bij ons.) Show
7. Quentin: Génial ! Quand exactement ? (Geweldig! Wanneer precies?) Show
8. Marine: Vers 21 heures, pourquoi ? (Rond 21 uur, waarom?) Show
9. Quentin: Parce que je veux être prêt quand ils arrivent. Comment viennent-ils ? (Omdat ik klaar wil zijn als ze aankomen. Hoe komen ze?) Show
10. Marine: Je pense qu'ils viennent en métro. (Ik denk dat ze met de metro komen.) Show
11. Quentin: Combien de temps prennent-ils a venir jusqu'ici ? (Hoeveel tijd hebben ze nodig om hier te komen?) Show
12. Marine: A peu près 30 minutes, ils habitent assez loin de chez moi. (Ongeveer 30 minuten, ze wonen best ver van mij vandaan.) Show
13. Quentin: J'ai trop hâte de les voir ! C'est une super soirée qui s'annonce ! (Ik kan niet wachten om ze te zien! Het belooft een superavond te worden!) Show

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. Qui sont les amis de Marine qui la rejoignent ?
  2. Wie zijn de vrienden van Marine die zich bij haar voegen?
  3. A quelle heure arrivent-ils ?
  4. Hoe laat komen ze aan?
  5. Comment viennent-ils ?
  6. Hoe komen ze?
  7. Quelle est ta fête préférée ?
  8. Wat is jouw favoriete feest?
  9. Quand est la fête nationale de ton pays ?
  10. Wanneer is de nationale feestdag van jouw land?

Oefening 2: Vul de open plekken in en maak de zinnen af

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

questions, Où, qui, Comment, Combien

1.
Parce que je veux être prêt quand ils arrivent. ... viennent-ils ?
(Omdat ik klaar wil zijn als ze aankomen. Hoe komen ze?)
2.
Je peux te poser des ... sur la soirée, je ne l'ai jamais célébré la fête nationale à Paris.
(Mag ik je vragen stellen over de avond? Ik heb het nationale feest nog nooit in Parijs gevierd.)
3.
D'accord. Et ... sera avec nous ? Je ne sais plus...
(Goed. En wie zal er bij ons zijn? Ik weet het niet meer...)
4.
... peut-on voir les feux d'artifices à minuit ?
(Waar kan je om middernacht het vuurwerk zien?)
5.
... de temps prennent-ils a venir jusqu'ici ?
(Hoe lang doen ze erover om hier te komen?)

Oefening 3: Orden de tekst

Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.

Toon vertaling
6
... Ce soir il y a Lucas, Pauline et Marc qui nous rejoignent.
(Vanavond komen Lucas, Pauline en Marc bij ons.)
9
... Parce que je veux être prêt quand ils arrivent. Comment viennent-ils ?
(Omdat ik klaar wil zijn als ze aankomen. Hoe komen ze?)
10
... Je pense qu'ils viennent en métro.
(Ik denk dat ze met de metro komen.)
11
... Combien de temps prennent-ils a venir jusqu'ici ?
(Hoe lang doen ze erover om hier te komen?)
4
... Les feux d'artifices sont derrière la Tour Eiffel, mais on les voit des Champs Elysée.
(Het vuurwerk is achter de Eiffeltoren, maar je kunt het zien vanaf de Champs Elysées.)
12
... A peu près 30 minutes, ils habitent assez loin de chez moi.
(Ongeveer 30 minuten, ze wonen best ver van mij vandaan.)
8
... Vers 21 heures, pourquoi ?
(Rond 21 uur, waarom?)
3
... Où peut-on voir les feux d'artifices à minuit ?
(Waar kan je om middernacht het vuurwerk zien?)
2
... Oui bien sûr ! C'est le jour où on célèbre la liberté et la République ! Alors demande moi ce que tu veux.
(Ja natuurlijk! Het is de dag waarop we vrijheid en de Republiek vieren! Dus vraag me wat je wilt.)
1
1 Je peux te poser des questions sur la soirée, je ne l'ai jamais célébré la fête nationale à Paris.
(Mag ik je vragen stellen over de avond? Ik heb het nationale feest nog nooit in Parijs gevierd.)
13
13 J'ai trop hâte de les voir ! C'est une super soirée qui s'annonce !
(Ik kan niet wachten om ze te zien! Het belooft een superavond te worden!)
5
... D'accord. Et qui sera avec nous ? Je ne sais plus...
(Goed. En wie zal er bij ons zijn? Ik weet het niet meer...)
7
... Génial ! Quand exactement ?
(Geweldig! Wanneer precies?)

Oefening 4: Oefening in context

Instructie: Résume simplement la fête nationale.

  1. https://www.elysee.fr/la-presidence/la-fete-nationale-du-14-juillet