Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (16) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Dis à quelle heure Raul fait quelle activité. (Vertel op welk uur Raul welke activiteit doet.)
- Décrivez votre routine quotidienne. (Beschrijf je dagelijkse routine.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
À 7h00, Raul se réveille. Om 7:00 wordt Raul wakker. |
À sept heures et quart, Raul prend une douche. Om kwart over zeven doucht Raul. |
Raul se couche à onze heures et demie du soir. Raul gaat om half twaalf 's nachts naar bed. |
Je me lève à sept heures trente. Ik sta op om half acht. |
Je prends mon petit-déjeuner à huit heures moins le quart. Ik ontbijt om kwart voor acht. |
Je me couche à vingt-deux heures. Ik ga om tien uur 's avonds naar bed. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Se reveiller
Zich wakker worden
2
Se doucher
Douchen
3
Rentrer
Terugkeren
4
Dîner
Diner
5
S'habiller
Kleden