Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (20) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Dites ce que font les personnes sur la photo. (Zeg wat de mensen op de foto doen.)
- Dis le nom des plats sur les images. (Zeg de naam van de gerechten op de foto's.)
- Que manges-tu ou bois-tu ? (Wat eet of drink je?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
La fille mange un sandwich. Het meisje eet een boterham. |
L'homme boit de l'eau. De man drinkt water. |
Le garçon mange des œufs. De jongen eet eieren. |
La femme boit un café. De vrouw drinkt een koffie. |
J'aime le thé pour le petit déjeuner. Ik hou van thee bij het ontbijt. |
Je bois de l'eau. Ik drink water. |
Je mange du pain avec du fromage. Ik eet brood met kaas. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Le poulet
De kip
2
Le café
De koffie
3
La pomme de terre
De aardappel
4
Les pâtes
De pasta
5
Le riz
De rijst
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 5: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 6: Clusteren van woorden
Instructie: Groeperen deze woorden op basis van maaltijden: ontbijt of diner.
Petit-déjeuner
Dîner
Oefening 7: Le présent de l'indicatif des verbes en -ir: 2ème groupe
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: De tegenwoordige tijd van de werkwoorden op -ir: 2e groep
Toon vertaling Toon antwoordenfinissez, choisit, choisissent, finissons, finissent, finis
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A1.15.2 Grammaire
Le présent de l'indicatif des verbes en -ir: 2ème groupe
De tegenwoordige tijd van de werkwoorden op -ir: 2e groep
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Manger eten Delen Gekopieerd!
present
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') je mange / j'aime manger | ik eet / ik hou van eten |
tu manges | jij eet |
(il/elle/on) il mange / elle mange / on mange | hij eet / zij eet / men eet |
nous mangeons | wij eten |
vous mangez | jullie eten |
(ils/elles) ils mangent / elles mangent | zij eten |
Boire drinken Delen Gekopieerd!
present
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') je bois / j' bois | ik drink |
tu bois | jij drinkt |
(il/elle/on) il boit / elle boit / on boit | hij drinkt / zij drinkt / men drinkt |
nous buvons | wij drinken |
vous buvez | u drinkt |
(ils/elles) ils boivent / elles boivent | zij drinken |
Finir beëindigen Delen Gekopieerd!
present
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') finis | ik beëindig |
(tu) finis | jij beëindigt |
(il/elle/on) finit | hij/zij/men beëindigt |
(nous) finissons | wij beëindigen |
(vous) finissez | jullie beëindigen |
(ils/elles) finissent | zij beëindigen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.