Se laver (zich wassen) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Se laver (zich wassen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Se laver - Vervoeging van zich wassen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Present, indicatif).

Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Se laver (zich wassen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Routine quotidienne (Dagelijkse routines)

Tegenwoordige tijd van zich wassen

Frans Nederlands
(je/j') je me lave ik was me
tu te laves jij wast je
il/elle/on se lave hij/zij/men wast zich
nous nous lavons wij wassen ons
vous vous lavez jullie wassen je / u wast zich
ils/elles se lavent zij wassen zich

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
Je me lave le visage le matin. Ik was mijn gezicht 's ochtends.
Tu te laves avant le petit-déjeuner. jij wast je voor het ontbijt
Elle se lave après le sport. Ze wast zich na het sporten.
Nous nous lavons chaque jour au quotidien. Wij wassen ons elke dag.
Vous vous lavez toujours avant de dîner. U wast zich altijd voor het avondeten.
Ils se lavent après s'être réveillés. zij wassen zich nadat ze wakker zijn geworden

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

je me lave, tu te laves, se, ils, on, vous vous lavez, lave, lavent, nous nous lavons

1.
... le visage le matin.
(Ik was mijn gezicht 's ochtends.)
2.
... ... ... après s'être réveillés.
(Zij wassen zich nadat ze wakker zijn geworden)
3.
... toujours avant de dîner.
(U wast zich altijd voor het avondeten.)
4.
... chaque jour au quotidien.
(Wij wassen ons elke dag.)
5.
... avant le petit-déjeuner.
(Jij wast je voor het ontbijt)
6.
Elle ... ... après le sport.
(Ze wast zich na het sporten.)