Se reveiller (zich wakker worden) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Se reveiller (zich wakker worden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Se reveiller - Verbuiging van zich wakker worden in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Present, indicatif).

Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Se reveiller (zich wakker worden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Routine quotidienne (Dagelijkse routines)

Verbuiging van zich wakker worden in de tegenwoordige tijd

Frans Nederlands
(je/j') je me réveille / j' me réveille ik word wakker
tu te réveilles je wordt wakker
il/elle/on se réveille hij/zij/men wordt wakker
nous nous réveillons we worden wakker
vous vous réveillez jullie worden wakker
ils/elles se réveillent zij worden wakker

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
Je me réveille à six heures tous les jours. Ik word elke dag om zes uur wakker.
Tu te réveilles avant de te doucher. Jij wordt wakker voor je doucht.
Elle se réveille tôt pour le petit-déjeuner. Zij wordt vroeg wakker voor het ontbijt.
Nous nous réveillons en suivant notre horaire. wij worden wakker volgens ons schema
Vous vous réveillez toujours avec le soleil. U wordt altijd wakker met de zon.
Ils se réveillent tard le week-end. zij worden laat wakker in het weekend

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

nous nous réveillons, tu te réveilles, vous vous réveillez, on, ils, réveillent, réveille, me, je, se

1.
... avant de te doucher.
(Jij wordt wakker voor je doucht.)
2.
Elle ... réveille tôt pour le petit-déjeuner.
(Zij wordt vroeg wakker voor het ontbijt.)
3.
... ... ... tard le week-end.
(Zij worden laat wakker in het weekend)
4.
... en suivant notre horaire.
(Wij worden wakker volgens ons schema)
5.
... toujours avec le soleil.
(U wordt altijd wakker met de zon.)
6.
... ... ... à six heures tous les jours.
(Ik word elke dag om zes uur wakker.)