10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Gesprek

1. Jules: La présentation sur l'entreprise que Monsieur Martin t'as demandé pour aujourd'hui est prête ? (Is de presentatie over het bedrijf die meneer Martin je voor vandaag gevraagd heeft klaar?) Show
2. Charlotte: Non... Je suis effrayée par lui ! Il me dit que si je ne lui présente pas ce soir, je suis virée. (Nee... Ik ben bang voor hem! Hij zegt dat als ik het vanavond niet aan hem presenteer, ik ontslagen ben.) Show
3. Jules: Je comprends. En ce moment il est très énervé, je ne sais pas pourquoi... (Ik begrijp het. Op dit moment is hij erg geïrriteerd, ik weet niet waarom...) Show
4. Charlotte: Il y a des jours où il est content et souriant et d'autres où il ne fait que crier. (Er zijn dagen waarop hij blij en lachend is en andere waarop hij alleen maar schreeuwt.) Show
5. Jules: Oui c'est vrai. En plus, il nous donne des délais trop courts. Je suis très fatigué, je ne dors plus. (Ja, dat is waar. Bovendien geeft hij ons te korte deadlines. Ik ben erg moe, ik slaap niet meer.) Show
6. Charlotte: J'en parle souvent avec Anaïs et elle aussi est nerveuse dès qu'elle le voit. (Ik praat er vaak over met Anaïs en zij is ook nerveus zodra ze hem ziet.) Show
7. Jules: Peut-être qu'on peut lui dire ce qu'on ressent ? (Misschien kunnen we hem vertellen wat we voelen?) Show
8. Charlotte: J'ai beaucoup trop peur de lui pour ça. Il peut vraiment s'énerver si ce n'est pas le bon jour. (Ik ben veel te bang voor hem daarvoor. Hij kan echt boos worden als het niet de juiste dag is.) Show
9. Jules: Oui mais on ne peut plus continuer comme ça. Ce n'est pas normal d'être malheureux au travail ! (Ja, maar we kunnen zo niet langer doorgaan. Het is niet normaal om ongelukkig te zijn op het werk!) Show
10. Charlotte: C'est vrai... Surtout que j'adore ce métier, je n'ai pas envie de changer. (Dat is waar... Vooral omdat ik dol ben op dit beroep, ik wil niet veranderen.) Show
11. Jules: Je préviens quelques collègues et on va lui parler. (Ik waarschuw een paar collega's en we gaan met hem praten.) Show
12. Charlotte: Oui, c'est peut-être une bonne solution. J'espère qu'il ne va pas mal le prendre. (Ja, dat is misschien een goede oplossing. Ik hoop dat hij het niet kwaad opvat.) Show

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. Que pense Charlotte de Monsieur Martin ?
    2. Wat vindt Charlotte van meneer Martin?
  2. Pourquoi Jules est fatigué ?
    3. Waarom is Jules moe?
  3. Quelle décision ont-ils prise pour régler le problème ?
    4. Welke beslissing hebben ze genomen om het probleem op te lossen?
  4. Quelle émotions ressens tu au travail ?
    5. Welke emoties voel je op het werk?
  5. Quelle est la dernière émotions que tu as ressenti ?
    6. Wat is de laatste emotie die je hebt gevoeld?

Oefening 2: Vul de open plekken in en maak de zinnen af

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

content, énervé, effrayée, malheureux, ressent

1.
Je comprends. En ce moment il est très ..., je ne sais pas pourquoi...
(Ik begrijp het. Op dit moment is hij erg geïrriteerd, ik weet niet waarom...)
2.
Non... Je suis ... par lui ! Il me dit que si je ne lui présente pas ce soir, je suis virée.
(Nee... Ik ben bang voor hem! Hij zegt dat als ik het vanavond niet aan hem presenteer, ik word ontslagen.)
3.
Il y a des jours où il est ... et souriant et d'autres où il ne fait que crier.
(Er zijn dagen waarop hij gelukkig en glimlachend is en andere waarop hij alleen maar schreeuwt.)
4.
Oui mais on ne peut plus continuer comme ça. Ce n'est pas normal d'être ... au travail !
(Ja, maar we kunnen zo niet doorgaan. Het is niet normaal om ongelukkig te zijn op het werk!)
5.
Peut-être qu'on peut lui dire ce qu'on ... ?
(Misschien kunnen we hem vertellen wat we voelen?)

Oefening 3: Orden de tekst

Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.

Toon vertaling
1
1 La présentation sur l'entreprise que Monsieur Martin t'as demandé pour aujourd'hui est prête ?
(Is de presentatie over het bedrijf die meneer Martin je voor vandaag gevraagd heeft klaar?)
6
... J'en parle souvent avec Anaïs et elle aussi est nerveuse dès qu'elle le voit.
(Ik praat er vaak over met Anaïs en ook zij is nerveus zodra ze hem ziet.)
12
12 Oui, c'est peut-être une bonne solution. J'espère qu'il ne va pas mal le prendre.
(Ja, dat is misschien een goede oplossing. Ik hoop dat hij het niet verkeerd opvat.)
5
... Oui c'est vrai. En plus, il nous donne des délais trop courts. Je suis très fatigué, je ne dors plus.
(Ja dat is waar. Bovendien geeft hij ons veel te korte deadlines. Ik ben heel moe, ik slaap niet meer.)
9
... Oui mais on ne peut plus continuer comme ça. Ce n'est pas normal d'être malheureux au travail !
(Ja, maar we kunnen zo niet doorgaan. Het is niet normaal om ongelukkig te zijn op het werk!)
3
... Je comprends. En ce moment il est très énervé, je ne sais pas pourquoi...
(Ik begrijp het. Op dit moment is hij erg geïrriteerd, ik weet niet waarom...)
4
... Il y a des jours où il est content et souriant et d'autres où il ne fait que crier.
(Er zijn dagen waarop hij gelukkig en glimlachend is en andere waarop hij alleen maar schreeuwt.)
8
... J'ai beaucoup trop peur de lui pour ça. Il peut vraiment s'énerver si ce n'est pas le bon jour.
(Ik ben veel te bang voor hem daarvoor. Hij kan echt boos worden als het niet de juiste dag is.)
10
... C'est vrai... Surtout que j'adore ce métier, je n'ai pas envie de changer.
(Dat klopt... Vooral omdat ik gek ben op dit vak, ik heb geen zin om te veranderen.)
7
... Peut-être qu'on peut lui dire ce qu'on ressent ?
(Misschien kunnen we hem vertellen wat we voelen?)
11
... Je préviens quelques collègues et on va lui parler.
(Ik waarschuw een paar collega's en we gaan met hem praten.)
2
... Non... Je suis effrayée par lui ! Il me dit que si je ne lui présente pas ce soir, je suis virée.
(Nee... Ik ben bang voor hem! Hij zegt dat als ik het vanavond niet aan hem presenteer, ik word ontslagen.)