Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (15) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Dites le prénom et le nom de famille de chaque personne. (Noem de volledige naam en de achternaam van elke persoon.)
- Joue un dialogue dans lequel tu demandes à quelqu'un son nom et te présentes. (Speel een dialoog waarin je iemand naar hun naam vraagt en jezelf voorstelt.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Le nom de famille de Heidi est Schulz. De achternaam van Heidi is Schulz. |
Le surnom de Heidi est Abuelita. De bijnaam van Heidi is Abuelita. |
Comment vous appelez-vous ? Hoe heet je? |
Je m'appelle Sofia. Mijn naam is Sofia. |
Mon nom complet est Sofia Rossi. Mijn volledige naam is Sofia Rossi. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Identité
Identiteit
2
S'appeler
Zich noemen
3
Le nom
De naam
4
La fille
Het meisje
5
Surnom
Bijnaam
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 5: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 6: Clusteren van woorden
Instructie: Sleep elk woord in de categorie waar je het het vaakst gebruikt: om over jezelf te praten of om tegen iemand anders te spreken.
Se présenter (parler de soi)
S’adresser à quelqu’un (formules et personnes)
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
S'appeler zich noemen Delen Gekopieerd!
present
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') m'appelle | ik heet |
(tu) t'appelles | jij heet |
(il/elle/on) s'appelle | hij/zij/men noemt |
nous appelons | wij noemen ons |
vous appelez | u noemt zich |
(ils/elles) s'appellent | zij noemen zich |
Écrire schrijven Delen Gekopieerd!
present
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') j'écris | ik schrijf |
tu écris | jij schrijft |
il/elle/on écrit | hij/zij/men schrijft |
nous écrivons | wij schrijven |
vous écrivez | u schrijft |
ils/elles écrivent | zij schrijven |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.