A1.35: Huisvesting en accommodatie

Logement et hébergement

Luister- en leesmateriaal

Oefen woordenschat in context met echte materialen.

A1.35.1 Lecture

Appartement à vendre !

Appartement te koop!


Woordenschat (12)

 Le locataire: De huurder (French)

Le locataire

Show

De huurder Show

 L'immeuble: het gebouw (French)

L'immeuble

Show

Het gebouw Show

 La tour: De toren (French)

La tour

Show

De toren Show

 Le quartier: de wijk (French)

Le quartier

Show

De wijk Show

 Le logement: De woning (French)

Le logement

Show

De woning Show

 La villa: De villa (French)

La villa

Show

De villa Show

 Le propriétaire: de eigenaar (French)

Le propriétaire

Show

De eigenaar Show

 Le lotissement : De woonwijk (French)

Le lotissement

Show

De woonwijk Show

 Signer (te ondertekenen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Signer

Show

Te ondertekenen Show

 Louer (huren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Louer

Show

Huren Show

 Aller (gaan) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Aller

Show

Gaan Show

 Partager un logement: Een woning delen (French)

Partager un logement

Show

Een woning delen Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Parlez à l'agent immobilier. Quel type de logement voulez-vous louer ? (Praat met de makelaar. Wat voor soort accommodatie wil je huren?)
  2. Nommez et décrivez les types d'hébergements dans les images. Pensez aux prix. (Noem en beschrijf de soorten accommodaties op de foto's. Denk aan de prijzen.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Puis-je louer la villa pour le week-end ? Elle est très grande avec une belle piscine.

Kan ik de villa voor het weekend huren? Het is heel groot met een mooi zwembad.

Je veux louer une chambre dans cet hôtel pour deux mois.

Ik wil een kamer in dit hotel huren voor twee maanden.

Je pense que le loyer est trop cher.

Ik vind de huur te duur.

Je préfère louer une chambre partagée parce que c'est moins cher.

Ik geef de voorkeur aan het huren van een gedeelde kamer omdat het goedkoper is.

J'aime vivre avec plus de gens. Donc je veux partager un appartement mais je veux une chambre individuelle.

Ik woon graag met meer mensen. Dus ik wil een appartement delen, maar ik wil een eigen kamer.

Je cherche une maison à louer avec mon partenaire.

Ik ben op zoek naar een huis om samen met mijn partner te huren.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

La tour


De toren

2

Louer


Huren

3

Partager un logement


Een woning delen

4

Signer


Te ondertekenen

5

Aller


Gaan

Oefening 4: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden
1.
en train | quartier. | dans ce | Je suis | de chercher | un logement
Je suis en train de chercher un logement dans ce quartier.
(Ik ben een woning aan het zoeken in deze buurt.)
2.
en train | ici ? | Est-ce que | de louer | vous êtes | un appartement
Est-ce que vous êtes en train de louer un appartement ici ?
(Huren jullie hier een appartement?)
3.
train de | Le propriétaire | contrat avec | le locataire. | est en | signer le
Le propriétaire est en train de signer le contrat avec le locataire.
(De eigenaar is het contract aan het ondertekenen met de huurder.)
4.
de visiter | une villa | lotissement calme. | Nous sommes | dans un | en train
Nous sommes en train de visiter une villa dans un lotissement calme.
(We zijn een villa aan het bezichtigen in een rustige woonwijk.)
5.
la tour. | en train | Ils sont | un logement | près de | de partager
Ils sont en train de partager un logement près de la tour.
(Ze delen een woning in de buurt van de toren.)
6.
d'appeler l'agence | pour avoir | ? | plus d'informations | en train | Tu es
Tu es en train d'appeler l'agence pour avoir plus d'informations ?
(Ben je bezig om het bureau te bellen voor meer informatie?)

Oefening 5: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Je suis en train de signer le contrat de location. (Ik ben het huurcontract aan het ondertekenen.)
Le propriétaire habite dans le même quartier. (De eigenaar woont in dezelfde buurt.)
Nous sommes en train de visiter une maison dans le lotissement. (We zijn een huis aan het bezichtigen in de woonwijk.)
Ils sont en train de louer une villa au bord de la mer. (Ze huren een villa aan zee.)

Oefening 6: Clusteren van woorden

Instructie: Rangschik de woorden op basis van of ze een type woning aanduiden of een handeling / persoon gerelateerd aan verhuur.

Types de logement

Personnes et actions liées à la location

Oefening 7: Le présent progressif: "Être en train de"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: De tegenwoordige tijd: "Être en train de"

Toon vertaling Toon antwoorden

êtes en train de, suis en train de, sommes en train de, sont en train d', es en train de, est en train de

1.
Elle ... préparer le contrat de location avec le propriétaire.
(Ze is de huurovereenkomst met de eigenaar aan het voorbereiden.)
2.
Tu ... décorer le logement.
(Je bent het huis aan het versieren.)
3.
Ils ...acheter un appartement.
(Ze zijn een appartement aan het kopen.)
4.
Je ... choisir le quartier où habiter.
(Ik ben bezig de wijk uit te kiezen waar ik wil wonen.)
5.
Je ... signer le contrat de location.
(Ik ben bezig het huurcontract te ondertekenen.)
6.
Vous ... comparer les logements du lotissement.
(Je bent bezig de woningen van de woonwijk te vergelijken.)
7.
Nous ... visiter la tour.
(We zijn de toren aan het bezoeken.)
8.
Elle ... visiter la villa.
(Ze is de villa aan het bezoeken.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A1.35.2 Grammaire

Le présent progressif: "Être en train de"

De tegenwoordige tijd: "Être en train de"


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Signer te ondertekenen

present

Frans Nederlands
(je/j') je signe ik onderteken
tu signes jij tekent
il/elle/on signe hij/zij/men tekent
nous signons wij ondertekenen
vous signez u te ondertekenen
ils/elles signent zij ondertekenen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Louer huren

present

Frans Nederlands
(je/j') je loue ik huur
tu loues jij huurt
il/elle/on loue hij/zij/men huurt
nous louons wij huren
vous louez u huurt
ils/elles louent zij huren

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏