Signer (te ondertekenen) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Signer (te ondertekenen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Signer - Verbuiging van te ondertekenen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs (Present, indicatif).

Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Signer (te ondertekenen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Logement et hébergement (Huisvesting en accommodatie)

vervoeging van ondertekenen in de tegenwoordige tijd

Frans Nederlands
(je/j') signe ik onderteken
(tu) signes jij tekent
(il/elle/on) signe hij/zij/men tekent
(nous) signons wij tekenen
(vous) signez u te ondertekenen
(ils/elles) signent zij ondertekenen

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
Je signe le contrat de location aujourd'hui. Ik onderteken vandaag het huurcontract.
Tu signes avec le propriétaire ce soir. Je tekent vanavond met de eigenaar.
Il signe le bail pour un appartement. Hij tekent het huurcontract voor een appartement.
Nous signons ensemble pour ce logement. Wij tekenen samen voor deze woning.
Vous signez les papiers de l'immeuble. U tekent de papieren van het gebouw.
Ils signent le contrat pour la villa. Ze tekenen het contract voor de villa.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

signez, signent, signons, signes, signe

1.
Tu ... avec le propriétaire ce soir.
(Je tekent vanavond met de eigenaar.)
2.
Il ... le bail pour un appartement.
(Hij tekent het huurcontract voor een appartement.)
3.
Nous ... ensemble pour ce logement.
(Wij tekenen samen voor deze woning.)
4.
Ils ... le contrat pour la villa.
(Ze tekenen het contract voor de villa.)
5.
Vous ... les papiers de l'immeuble.
(U tekent de papieren van het gebouw.)
6.
Je ... le contrat de location aujourd'hui.
(Ik onderteken vandaag het huurcontract.)