Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Être au présentForme complète (Volledige vorm)
Je suis + en train de + verbe (Ik ben + bezig met + werkwoord)Je suis en train de signer
Tu es + en train de + verbe (Je bent + bezig met + werkwoord)Tu es en train de louer
Il / Elle / On est + en train de + verbe (Hij / Zij / Men is + bezig met + werkwoord)Elle est en train d'acheter
Nous sommes + en train de + verbe (Wij zijn + bezig met + werkwoord)Nous sommes en train de parler
Vous êtes + en train de + verbe (U bent + bezig met + werkwoord)Vous êtes en train de signer
Ils / Elles sont + en train de + verbe (Zij zijn + bezig met + werkwoord)Ils sont en train de louer

Oefening 1: Le présent progressif: "Être en train de"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

êtes en train de, suis en train de, sommes en train de, sont en train d', es en train de, est en train de

1.
Elle ... préparer le contrat de location avec le propriétaire.
(Ze is de huurovereenkomst met de eigenaar aan het voorbereiden.)
2.
Tu ... décorer le logement.
(Je bent het huis aan het versieren.)
3.
Ils ...acheter un appartement.
(Ze zijn een appartement aan het kopen.)
4.
Je ... choisir le quartier où habiter.
(Ik ben bezig de wijk uit te kiezen waar ik wil wonen.)
5.
Je ... signer le contrat de location.
(Ik ben bezig het huurcontract te ondertekenen.)
6.
Vous ... comparer les logements du lotissement.
(Je bent bezig de woningen van de woonwijk te vergelijken.)
7.
Nous ... visiter la tour.
(We zijn de toren aan het bezoeken.)
8.
Elle ... visiter la villa.
(Ze is de villa aan het bezoeken.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Je _____ en train de signer le contrat pour louer la villa.

(Ik ben het contract aan het tekenen om de villa te huren.)

2. Tu _____ en train de louer un appartement dans le quartier.

(Je bent een appartement aan het huren in de wijk.)

3. Ils _____ en train de visiter l'immeuble avant de signer le contrat.

(Ze zijn het gebouw aan het bezichtigen voordat ze het contract ondertekenen.)

4. Nous _____ en train de chercher un logement à louer dans ce lotissement.

(We zijn een woning aan het zoeken om te huren in deze wijk.)

5. Elle _____ en train de parler avec le propriétaire pour partager un logement.

(Ze is bezig met de eigenaar te praten om een woning te delen.)

6. Vous _____ en train de louer une villa dans la tour moderne.

(U bent een villa aan het huren in de moderne toren.)