A1.11: Rangtelwoorden

Nombres ordinaux

Luister- en leesmateriaal

Oefen woordenschat in context met echte materialen.

A1.11.1 Lecture

Le marathon de Paris

De marathon van Parijs


Woordenschat (12)

 Premier: eerste (French)

Premier

Show

Eerste Show

 Deuxième: Tweede (French)

Deuxième

Show

Tweede Show

 Troisième: derde (French)

Troisième

Show

Derde Show

 Quatrième: vierde (French)

Quatrième

Show

Vierde Show

 Cinquième: vijfde (French)

Cinquième

Show

Vijfde Show

 Sixième: zesde (French)

Sixième

Show

Zesde Show

 Septième: zevende (French)

Septième

Show

Zevende Show

 Huitième: achtste (French)

Huitième

Show

Achtste Show

 Neuvième: negende (French)

Neuvième

Show

Negende Show

 Dixième: tiende (French)

Dixième

Show

Tiende Show

 Dernier: laatste (French)

Dernier

Show

Laatste Show

 Se rappeler (zich herinneren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Se rappeler

Show

Zich herinneren Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. À quel étage chaque personne vit-elle ? (Op welke verdieping woont elke persoon?)
  2. Habitez-vous dans un appartement ? À quel étage habitez-vous ? (Woon je in een appartement? Op welke verdieping woon je?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Stevan habite au neuvième étage.

Stevan woont op de negende verdieping.

Catherine habite au dixième étage.

Catherine woont op de tiende verdieping.

Giulia habite au premier étage.

Giulia woont op de eerste verdieping.

Vous vivez dans un appartement au sixième étage.

Je woont in een appartement op de zesde verdieping.

À quel étage habitez-vous ?

Op welke verdieping woon je?

J'habite au rez-de-chaussée.

Ik woon op de begane grond.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Dixième


Tiende

2

Dernier


Laatste

3

Se rappeler


Zich herinneren

4

Huitième


Achtste

5

Quatrième


Vierde

Oefening 4: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden
1.
? | le premier | cette e9tage8re | Quel est | livre sur
Quel est le premier livre sur cette e9tage8re ?
(Wat is het eerste boek op deze plank?)
2.
d'attente. | la deuxie8me | la file | place dans | Je prends
Je prends la deuxie8me place dans la file d'attente.
(Ik neem de tweede plaats in de rij.)
3.
dixie8me jour | Mon anniversaire | du mois. | est le
Mon anniversaire est le dixie8me jour du mois.
(Mijn verjaardag is op de tiende dag van de maand.)
4.
rappeler la | cinquie8me re8gle | ? | Peux-tu me
Peux-tu me rappeler la cinquie8me re8gle ?
(Kun je me de vijfde regel nog eens uitleggen?)
5.
heures du | e0 huit | Le dernier | soir. | train part
Le dernier train part e0 huit heures du soir.
(De laatste trein vertrekt om acht uur 's avonds.)
6.
septie8me chapitre. | documents du | Nous devons | ranger les | troisie8me au
Nous devons ranger les documents du troisie8me au septie8me chapitre.
(We moeten de documenten van het derde tot het zevende hoofdstuk ordenen.)

Oefening 5: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Je suis arrivé au troisième étage de l'immeuble ce matin. (Ik ben vanmorgen aangekomen op de derde verdieping van het gebouw.)
Elle habite dans le cinquième appartement à droite du couloir. (Ze woont in het vijfde appartement rechts van de gang.)
Le premier jour de la semaine est le lundi. (De eerste dag van de week is maandag.)
Peux-tu ranger les livres sur la deuxième étagère ? (Kun je de boeken op het tweede plankje zetten?)

Oefening 6: Clusteren van woorden

Instructie: Rangschik deze woorden op basis van of ze een positie in een reeks aangeven of een handeling beschrijven die met organisatie te maken heeft.

Nombres ordinaux (positions dans une série)

Actions liées à l'organisation

Oefening 7: Les nombres ordinaux: "Premier, Deuxième..."

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: De rangtelwoorden: "Premier, Deuxième..."

Toon vertaling Toon antwoorden

première, quatrième, sixième, troisième, huitième, deuxième, cinquième, septième

1. 1:
Le ... anniversaire de mon frère est demain.
(De eerste verjaardag van mijn broer is morgen.)
2. 2:
C'est la ... fois que je range.
(Het is de tweede keer dat ik opruim.)
3. 3:
C'est la ... fois qu'il pleut cette semaine.
(Het is de derde keer dat het deze week regent.)
4. 4:
Il faut ranger la ... boîte.
(Je moet de vierde doos opruimen.)
5.
5: Il est à la ... place.
(Hij staat op de vijfde plaats.)
6. 6:
Tu es le ... Français que je vois.
(Je bent de zesde Fransman die ik zie.)
7. 7:
Elle habite à la ... maison de la rue.
(Zij woont in het zevende huis van de straat.)
8. 8:
Ils sont au ... étage.
(Ze zijn op de achtste verdieping.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A1.11.2 Grammaire

Les nombres ordinaux: "Premier, Deuxième..."

De rangtelwoorden: "Premier, Deuxième..."


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Se rappeler zich herinneren

present

Frans Nederlands
(je/j') je me rappelle / je m'rappelle ik herinner me
tu te rappelles jij herinnert je
il/elle/on se rappelle hij/zij/men herinnert zich
nous nous rappelons wij herinneren ons
vous vous rappelez u herinnert zich
ils/elles se rappellent zij herinneren zich

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏