Dis tous les nombres que tu vois dans la vidéo : 8, 3, 2, 1, 130, 1200, 5, 10, 16, 57, 7, 53, 97, 2015.
Noem alle nummers die je in de video ziet: 8, 3, 2, 1, 130, 1200, 5, 10, 16, 57, 7, 53, 97, 2015.
A learner climbs the Eiffel Tower and talks with a guide or peer about the number of steps. They count out loud, ask how many floors, and make small talk about.
1. | Martin: | Tu veux compter les marches avec moi ? | (Wil je de treden met mij tellen?) Show |
2. | Zoé: | Un, deux, trois... | (Eén, twee, drie...) Show |
3. | Martin: | Sept, huit, neuf... Je suis déjà un peu fatigué ! | (Zeven, acht, negen... Ik ben nu al een beetje moe!) Show |
4. | Zoé: | Il y a six cent soixante-quatorze marches en tout. | (Er zijn in totaal zeshonderdvierenzeventig treden.) Show |
5. | Martin: | Je ne comprends pas, combien de marches restent-il ? | (Ik begrijp het niet, hoeveel treden zijn er nog over?) Show |
6. | Zoé: | Il reste six cent soixante-treize marches. Courage ! | (Er zijn nog zeshonderddrieënzeventig treden over. Hou vol!) Show |
7. | Martin: | Il y a combien d'étages ? | (Hoeveel verdiepingen zijn er?) Show |
8. | Zoé: | Il y a trois étages. | (Er zijn drie verdiepingen.) Show |
9. | Martin: | On est au premier étage. Il en reste deux ? | (We zijn op de eerste verdieping. Zijn er nog twee over?) Show |
10. | Zoé: | Oui, il reste deux étages avant le sommet. | (Ja, er zijn nog twee verdiepingen vóór de top.) Show |
Oefening 1: Discussievragen
Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.
- Combien de marches doivent-ils monter ?
- Combien y a-t-il d'étages ?
- Combien d'étages leur restent-ils à monter ?
- Es-tu déjà allé à Paris ?
- Dans combien de pays es-tu allé ?
Hoeveel treden moeten ze nog omhoog?
Hoeveel verdiepingen zijn er?
Hoeveel verdiepingen moeten ze nog omhoog?
Ben je al eens in Parijs geweest?
In hoeveel landen ben je geweest?