Woordenschat (16)

 Sale: Vuil (French)

Elle a un visage un peu sale après la randonnée.

Show

Ze heeft een iets vies gezicht na de wandeling. Show

Sale

Show

Vuil Show

 Propre: net (French)

Elle a une peau propre et un visage lumineux.

Show

Ze heeft een schone huid en een stralend gezicht. Show

Propre

Show

Net Show

 Ancien: oud (French)

Il a des cheveux anciens, comme ceux de son grand-père.

Show

Hij heeft oud haar, zoals dat van zijn grootvader. Show

Ancien

Show

Oud Show

 Beau: knap (French)

Il a un beau visage et des cheveux châtains.

Show

Hij heeft een mooi gezicht en kastanjebruin haar. Show

Beau

Show

Knap Show

 Grand: Groot (French)

C'est un grand garçon avec les cheveux châtains.

Show

Het is een grote jongen met kastanjebruin haar. Show

Grand

Show

Groot Show

 Gros : dik (French)

Il a un gros chien qui adore jouer dans le parc.

Show

Hij heeft een grote hond die graag in het park speelt. Show

Gros

Show

Dik Show

 Mince: slank (French)

Elle a une silhouette mince et porte une jolie robe.

Show

Ze heeft een slank figuur en draagt een mooie jurk. Show

Mince

Show

Slank Show

 Châtain: kastanjebruin (French)

Elle a de beaux yeux et des cheveux châtains.

Show

Ze heeft mooie ogen en kastanjebruin haar. Show

Châtain

Show

Kastanjebruin Show

 Roux: roestbruin (French)

Il a un grand frère roux avec des yeux verts.

Show

Hij heeft een grote broer met rood haar en groene ogen. Show

Roux

Show

Roestbruin Show

 Chauve: kaal (French)

Mon oncle est chauve et porte souvent un chapeau.

Show

Mijn oom is kaal en draagt vaak een hoed. Show

Chauve

Show

Kaal Show

 Joli: mooi (French)

Elle a une jolie coiffure qui change son visage.

Show

Ze heeft een leuk kapsel dat haar gezicht verandert. Show

Joli

Show

Mooi Show

 Petit: klein (French)

Elle a un petit visage rond et des yeux marron.

Show

Ze heeft een klein rond gezicht en bruine ogen. Show

Petit

Show

Klein Show

 Ressembler (lijken op) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Nous ressemblons à des amis châtains.

Show

We lijken op kastanjebruine vrienden. Show

Ressembler

Show

Lijken op Show

 Mettre (zetten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Tu mets la farine sur la balance.

Show

Je zet de bloem op de weegschaal. Show

Mettre

Show

Zetten Show

 Changer (veranderen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Ils changent les habits minces pour plus gros.

Show

Ze wisselen de dunne kleren voor dikkere. Show

Changer

Show

Veranderen Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Décrivez les personnes et les animaux sur les images. (Beschrijf de mensen en dieren op de foto's.)
  2. Décrivez la personne assise à côté de vous. (Beschrijf de persoon die naast je zit.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

La première femme a les cheveux blonds et courts.

De eerste vrouw heeft kort blond haar.

Il a les cheveux noirs et courts. Il se rase.

Hij heeft kort zwart haar. Hij scheert zich.

Le chien est très grand et mince.

De hond is erg lang en dun.

Claire est grande et a de longs cheveux blonds.

Claire is lang en heeft lang blond haar.

Il a les cheveux courts et foncés.

Hij heeft kort donker haar.

Il est très grand.

Hij is erg lang.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Joli


Mooi

2

Gros


Dik

3

Châtain


Kastanjebruin

4

Ressembler


Lijken op

5

Sale


Vuil

Oefening 4: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling
1.
et blanc. | souvent de | chapeau joli | Vous changez
Vous changez souvent de chapeau joli et blanc.
(Je verandert vaak van mooie witte hoed.)
2.
anciens, comme | Il a | son grand-père. | des cheveux | ceux de
Il a des cheveux anciens, comme ceux de son grand-père.
(Hij heeft oud haar, zoals dat van zijn grootvader.)
3.
chapeau. | et porte | est chauve | Mon oncle | souvent un
Mon oncle est chauve et porte souvent un chapeau.
(Mijn oom is kaal en draagt vaak een hoed.)
4.
adore jouer | dans le | un gros | Il a | parc. | chien qui
Il a un gros chien qui adore jouer dans le parc.
(Hij heeft een grote hond die graag in het park speelt.)
5.
une peau | Elle a | lumineux. | propre et | un visage
Elle a une peau propre et un visage lumineux.
(Ze heeft een schone huid en een stralend gezicht.)
6.
une silhouette | porte une | Elle a | jolie robe. | mince et
Elle a une silhouette mince et porte une jolie robe.
(Ze heeft een slank figuur en draagt een mooie jurk.)
7.
yeux et | Elle a | châtains. | de beaux | des cheveux
Elle a de beaux yeux et des cheveux châtains.
(Ze heeft mooie ogen en kastanjebruin haar.)

Oefening 5: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Toon vertaling
Il est grand et a les cheveux blonds.
Elle est vieille mais toujours très jolie.
Ils ressemblent aux anciens élèves de l'école.
Tu peux changer ta couleur de cheveux facilement.

Oefening 6: Clusteren van woorden

Instructie: Rangschik de woorden in twee categorieën, afhankelijk van of je spreekt over haar of over de lengte en het postuur van een persoon.

Couleur et type de cheveux

Taille et corpulence

Oefening 7: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

crois, ressemble, ressembles, croyons, changent, croyez, ressemblons, change

1.
Nous ... à des amis châtains.
(Wij lijken op kastanjebruine vrienden.)
2.
Vous ... que l'ancien chapeau change tout.
(Je gelooft dat de oude hoed alles verandert.)
3.
Je ... à mon père blond.
(Ik lijk op mijn blonde vader.)
4.
Je ... que ce manteau est joli.
(Ik geloof dat deze mantel mooi is.)
5.
Nous ... que la robe est propre.
(Wij geloven dat de jurk schoon is.)
6.
Tu ... à une grande fille.
(Je lijkt op een groot meisje.)
7.
Elle ... de manteau ancien quand il fait froid.
(Ze wisselt van oude jas als het koud is.)
8.
Ils ... les habits minces pour plus gros.
(Ze wisselen de dunne kleren voor dikkere.)

Oefening 8: Adjectifs: Accord et place

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Bijvoeglijk naamwoorden: overeenstemming en plaats

Toon vertaling Toon antwoorden

petits, grand, nouvelle, blond, rousses, vieilles, châtains, anciens

1. Nouvelle/Nouvelles:
Elle porte une ... veste.
(Ze draagt een nieuw jasje.)
2. Châtain/Châtains:
Il a les cheveux ....
(Hij heeft kastanjebruin haar.)
3. Ancien/Anciens:
Des ... livres sont intéressants.
(Oude boeken zijn interessant.)
4. Rousse/Rousses:
Elles sont ....
(Zij zijn roodharig.)
5. Grand/Grands:
C'est un ... homme.
(Hij is een grote man.)
6. Vielle/Vielles:
Nous avons des ... chaises.
(We hebben oude stoelen.)
7. Blond/Blonds:
Il est ....
(Hij is blond.)
8. Petit/Petits:
Ce sont de ... chiens.
(Het zijn kleine honden.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A1.23.1 Grammaire

Adjectifs: Accord et place

Bijvoeglijk naamwoorden: overeenstemming en plaats


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Ressembler lijken op

present

Frans Nederlands
(je/j') ressemble ik lijk op
(tu) ressembles jij lijkt op
(il/elle/on) ressemble hij/zij/men lijkt op
(nous) ressemblons wij lijken op
(vous) ressembles/ressez jij lijkt op/jullie lijken op
(ils/elles) ressembles/ressez zij lijken op

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Changer veranderen

present

Frans Nederlands
(je/j') change ik verander
(tu) changes jij verandert
(il/elle/on) change hij/zij/men verandert
(nous) changeons wij veranderen
(vous) changez jullie veranderen
(ils/elles) changent zij veranderen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Croire geloven

present

Frans Nederlands
(je/j') crois ik geloof
(tu) crois jij gelooft
(il/elle/on) croit/croit hij/zij/men gelooft
(nous) croyons wij geloven
(vous) croyez jullie geloven
(ils/elles) croient zij geloven

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏