Frans A1 module 1: Se présenter (Jezelf voorstellen)

Dit is leermodule 1 van 6 van ons Franse A1-curriculum. Elke leermodule bevat 6 tot 8 hoofdstukken.

Leerdoelen:

  • Présentez-vous et demandez des informations. (Stel jezelf voor en vraag om informatie.)
  • Poser des questions de base. (Basisvragen stellen.)
  • Les chiffres de base. (Basiscijfers.)
  • Introduction aux verbes. (Inleiding tot werkwoorden.)

Grammatica

A1.1.2: Les pronoms personnels (Persoonlijke voornaamwoorden)

Type: Voornaamwoorden
Hoofdstuk: Salutations et adieux (Groeten en afscheid)
Niveau: A1

A1.2.2: L' alphabet (het alfabet)

Type: Alfabet
Hoofdstuk: Dire ton nom (Je naam zeggen)
Niveau: A1

A1.2.3: La prononciation (De uitspraak)

Type: Alfabet
Hoofdstuk: Dire ton nom (Je naam zeggen)
Niveau: A1

A1.3.2: Les articles définis et indéfinis (De bepaalde en onbepaalde lidwoorden)

Type: Artikelen
Hoofdstuk: D'où venez-vous? (Waar kom je vandaan?)
Niveau: A1

A1.4.2: Chiffres cardinaux, nombres cardinaux: "Cent, Mille, Million" (Cardinale cijfers, cardinalen: "Cent, Mille, Million")

Type: Nummers
Hoofdstuk: Chiffres et comptage (Cijfers en tellen)
Niveau: A1

A1.4.3: Les nombres de 20 à 99 (De getallen van 20 tot 99)

Type: Nummers
Hoofdstuk: Chiffres et comptage (Cijfers en tellen)
Niveau: A1

A1.5.2: Les adjectifs possesifs (bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden)

Type: Bijvoeglijke naamwoorden
Hoofdstuk: Famille (Familie)
Niveau: A1

A1.6.2: Les mots interrogatifs: "Est-ce que" et "Quel" (De vraagwoorden: "Est-ce que" en "Quel")

Type: Zinnen / woordcombinaties
Hoofdstuk: Dire ton âge (Je leeftijd zeggen)
Niveau: A1

A1.7.2: Les noms et leur genre (zelfnamen en hun geslacht)

Type: Zelfstandige naamwoorden
Hoofdstuk: Métiers et études (Beroepen en studies)
Niveau: A1

A1.8.2: Le présent de l'indicatif des verbes en -er: 1er groupe (De tegenwoordige tijd van de werkwoorden op -er: 1e groep)

Type: Werkwoorden
Hoofdstuk: Adresse et coordonnées (Adres en contactgegevens)
Niveau: A1