Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

  1. De bepaalde lidwoorden "le, la, les" worden gebruikt om te spreken over een algemeen begrip of een specifiek ding.
  2. Onbepaalde lidwoorden "un, une, des" worden gebruikt om niet-gespecificeerde dingen of een hoeveelheid aan te duiden.
 Article définiArticle indéfini
Masculin (Mannelijk)LeUn
Féminin (Vrouwelijk)LaUne
Pluriel (Meervoud)LesDes

Uitzonderingen!

  1. Gebruik l' voor een woord dat begint met een klinker of een stomme h.

Oefening 1: Les articles définis et indéfinis

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

les, le, des, la, une, un, l'

1. Indéfini :
C'est ... habitant d'Angleterre.
(Hij is een inwoner van Engeland.)
2. Indéfini :
Tu vis avec ... Français.
(Je leeft met Fransen.)
3. Défini :
Il veut présenter ... Angleterre.
(Hij wil Engeland presenteren.)
4. Défini :
Je suis dans ... capitale.
(Ik ben in de hoofdstad.)
5. Défini :
Vous êtes dans ... pays.
(Je bent in het land.)
6. Indéfini :
J'habite avec ... Espagnol.
(Ik woon met een Spanjaard.)
7. Indéfini :
J'habite dans ... capitale d'Europe.
(Ik woon in een hoofdstad van Europa.)
8. Défini :
Nous habitons dans ... pays européens.
(Wij wonen in Europese landen.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Je suis ___ Français et j'habite en France.

(Ik ben een Fransman en ik woon in Frankrijk.)

2. ___ Allemagne est un pays en Europe.

(Duitsland is een land in Europa.)

3. D'où viens-tu ? Je suis ___ Allemand.

(Waar kom je vandaan? Ik ben een Duitser.)

4. ___ France a Paris comme capitale.

(Frankrijk heeft Parijs als hoofdstad.)

5. Ils vivent dans ___ maison à Londres, en Angleterre.

(Ze wonen in een huis in Londen, Engeland.)

6. Je voudrais vivre en ___ car je suis italien.

(Ik zou graag in Italië willen wonen omdat ik Italiaans ben.)