Frans A2 module 3: Projets du week-end (Weekendplannen)

Dit is leermodule 3 van 6 van ons Franse A2-syllabus. Elke leermodule bevat 6 tot 8 hoofdstukken.

Leerdoelen:

  • Parler des activités courantes du week-end. (Praat over veelvoorkomende weekendactiviteiten.)
  • Intégrez les temps du futur simple. (Integreer de toekomende tijd.)

Lessen (6)

A2:16 Aller à un concert (Naar een concert gaan)

Leerdoelen

  • Achetez des billets (en ligne) pour un festival, un concert, une comédie musicale,... (Koop (online) kaarten voor een festival, concert, musical,...)
  • Parlez des instruments de musique et de votre genre préféré. (Praat over muziekinstrumenten en je favoriete genre.)
  • Connaître les festivals courants dans votre nouveau pays. (Ken de bekende festivals in je nieuwe land.)

A2:17 Rendre visite à des amis (Vrienden bezoeken)

Leerdoelen

  • Invitez et recevez vos amis à la maison. (Nodig je vrienden thuis uit en ontvang ze.)
  • Organisez un dîner, une soirée jeux ou une autre activité. (Organiseer een dinerfeest, spelletjesavond of andere activiteit.)
  • Connaître les activités courantes en soirée dans votre nouveau pays. (Ken de gebruikelijke avondactiviteiten in je nieuwe land.)

A2:18 Visiter la campagne (Bezoek het platteland)

Leerdoelen

  • Parlez du village et de la campagne. (Praat over het dorp en het platteland.)
  • Apprenez les noms des animaux de la ferme. (Leer de namen van de boerderijdieren.)
  • Découvrez les régions rurales les plus connues de votre pays d'accueil. (Leer over de bekendste landelijke gebieden van je gastland.)

A2:19 Au camping (Op de camping)

Leerdoelen

  • Apprenez les noms des objets naturels courants. (Leer de namen van veelvoorkomende natuurlijke objecten.)
  • Naviguer à l'aide d'une carte ou d'un GPS. (Navigeer met een kaart of GPS.)
  • Connaissez les régions courantes pour faire du camping dans votre nouveau pays. (Ken de gebruikelijke gebieden om te kamperen in je nieuwe land.)

A2:20 Sortie en famille au zoo (Familie-uitje naar de dierentuin)

Leerdoelen

  • Décrire différents paysages et animaux. (Beschrijf verschillende landschappen en dieren.)
  • Organiser une activité familiale dans un parc d'attractions. (Organiseer een familieactiviteit in een attractiepark.)
  • Découvrez les zoos célèbres ou les espaces naturels protégés dans votre pays d'accueil (Leer over beroemde dierentuinen of wildgebieden in jouw gastland)

A2:21 Faire une promenade le dimanche. (Op zondag een wandeling maken.)

Leerdoelen

  • Invite des amis et des proches pour une randonnée ou une petite promenade. (Nodig vrienden en familie uit voor een wandeling of een klein ommetje.)
  • Vocabulaire sur les paysages et la randonnée. (Woordenlijst over landschappen en wandelen.)
  • Découvrez les célèbres zones de randonnée de votre pays d'accueil. (Leer de beroemde wandelgebieden van je gastland kennen.)