A2.18: Bezoek het platteland

Visitez la campagne

Woordenschat (17)

 La montagne: De berg (French)

La montagne

Show

De berg Show

 La campagne: Het platteland (French)

La campagne

Show

Het platteland Show

 La forêt: het bos (French)

La forêt

Show

Het bos Show

 Le champ: het veld (French)

Le champ

Show

Het veld Show

 La vache: de koe (French)

La vache

Show

De koe Show

 Le cheval: Het paard (French)

Le cheval

Show

Het paard Show

 Le mouton: het schaap (French)

Le mouton

Show

Het schaap Show

 La poule: de kip (French)

La poule

Show

De kip Show

 La ferme: de boerderij (French)

La ferme

Show

De boerderij Show

 Élever (opvoeden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Élever

Show

Opvoeden Show

 La ferme agricole: de landbouwboerderij (French)

La ferme agricole

Show

De landbouwboerderij Show

 Les produits locaux: De lokale producten (French)

Les produits locaux

Show

De lokale producten Show

 La colline: De heuvel (French)

La colline

Show

De heuvel Show

 Le châlet: de chalet (French)

Le châlet

Show

De chalet Show

 Le silence: De stilte (French)

Le silence

Show

De stilte Show

 L'agriculture: de landbouw (French)

L'agriculture

Show

De landbouw Show

 Continuer (doorgaan) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Continuer

Show

Doorgaan Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Où avez-vous grandi ? À la campagne ou en ville ? (Waar ben je opgegroeid? Op het platteland of in de stad?)
  2. Devais-tu t'occuper des animaux ? Des animaux de ferme ou des animaux de compagnie ? (Heb je voor dieren moeten zorgen? Boerderijdieren of huisdieren?)
  3. Que pensez-vous de la corrida en Espagne ? (Wat vind je van het stierenvechten in Spanje?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

J'ai grandi à la campagne.

Ik ben opgegroeid op het platteland.

Ma famille a une ferme, donc j'ai beaucoup aidé à prendre soin des porcs, des vaches et des poules.

Mijn familie heeft een boerderij, dus ik hielp veel met de verzorging van de varkens, koeien en kippen.

J'ai grandi dans une petite ville. Ma famille avait un chien. J'ai aidé à m'en occuper.

Ik ben opgegroeid in een kleine stad. Mijn familie had een hond. Ik hielp om voor hem te zorgen.

J'ai grandi à Berlin, la capitale de l'Allemagne. Nous n'avions qu'un petit appartement donc nous n'avons jamais eu d'animal de compagnie.

Ik ben opgegroeid in Berlijn, de hoofdstad van Duitsland. We hadden maar een klein appartement, dus hadden we nooit een huisdier.

Je pense que la corrida est une tradition importante en Espagne et je veux voir un combat.

Ik denk dat stierenvechten een belangrijke traditie in Spanje is en ik wil graag een gevecht zien.

La corrida en Espagne est cruelle. Cette tradition doit bientôt prendre fin pour protéger les taureaux.

Het stierenvechten in Spanje is wreed. Die traditie moet snel eindigen om de stieren te beschermen.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

La vache mange tranquillement dans le champ près de la ferme. (De koe eet rustig in het weiland bij de boerderij.)
Nous avons visité une ferme agricole pour apprendre comment on élève des moutons. (We hebben een boerderij bezocht om te leren hoe schapen worden gehouden.)
La colline est idéale pour une promenade en été. (De heuvel is ideaal voor een wandeling in de zomer.)
Les produits locaux du marché sont souvent très frais et naturels. (Lokale marktproducten zijn vaak erg vers en natuurlijk.)

Oefening 4: Clusteren van woorden

Instructie: Sleep elk woord in de categorie die het beste past bij het landelijke landschap of het leven op de boerderij.

Paysage rural et environnement

Animaux et activités à la ferme

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Attendre wachten

passe_compose

Frans Nederlands
(je/j') ai attendu ik heb gewacht
(tu) as attendu jij hebt gewacht
(il/elle/on) a attendu hij/zij/men heeft gewacht
(nous) avons attendu wij hebben gewacht
(vous) avez attendu jullie hebben gewacht
(ils/elles) ont attendu zij hebben gewacht

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏