A2.10: Heb je het nieuws gehoord?

As-tu entendu les nouvelles ?

Woordenschat (17)

 Les médias: de media (French)

Les médias

Show

De media Show

 L'actualité: Het nieuws (French)

L'actualité

Show

Het nieuws Show

 L'information : De informatie (French)

L'information

Show

De informatie Show

 Un article: een artikel (French)

Un article

Show

Een artikel Show

 Le journal: de krant (French)

Le journal

Show

De krant Show

 Le magazine: Het tijdschrift (French)

Le magazine

Show

Het tijdschrift Show

 Nouveau: nieuw (French)

Nouveau

Show

Nieuw Show

 Le programme: Het programma (French)

Le programme

Show

Het programma Show

 Inquiet: bezorgd (French)

Inquiet

Show

Bezorgd Show

 Le reportage: De reportage (French)

Le reportage

Show

De reportage Show

 Réagir (reageren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Réagir

Show

Reageren Show

 Regarder un programme télévisé: Een tv-programma kijken (French)

Regarder un programme télévisé

Show

Een tv-programma kijken Show

 Naviguer sur internet: surfen op internet (French)

Naviguer sur internet

Show

Surfen op internet Show

 Les nouvelles du jour: Het nieuws van de dag (French)

Les nouvelles du jour

Show

Het nieuws van de dag Show

 La rumeur: Het gerucht (French)

La rumeur

Show

Het gerucht Show

 Le titre: De titel (French)

Le titre

Show

De titel Show

 Une exclusivité: Een exclusiviteit (French)

Une exclusivité

Show

Een exclusiviteit Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Décris ce qui s'est passé aux informations. (Beschrijf wat er op het nieuws is gebeurd.)
  2. Décrivez les différents types de médias que vous voyez. (Beschrijf de verschillende mediatypen die je ziet.)
  3. Lisez-vous ou regardez-vous régulièrement les informations ? (Lees of kijk je regelmatig het nieuws?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Au Luxembourg, le gouvernement a tenu une réunion. Une femme a prononcé un discours.

In Luxemburg heeft de regering een vergadering gehad. Een vrouw heeft een toespraak gehouden.

Il y a eu une grande manifestation à Paris. Les bus et les voitures ne pouvaient plus circuler.

Er was een grote protest in Parijs. Bussen en auto's konden niet meer rijden.

Je vois des courtes vidéos et des images sur l'actualité sur les réseaux sociaux.

Ik zie korte video's en foto's over het nieuws op sociale media.

Je regarde les nouvelles à la télévision.

Ik zie het nieuws op de televisie.

J'ai lu les nouvelles sur un site web.

Ik lees het nieuws op een website.

Je regarde les infos tous les soirs.

Ik kijk elke avond naar het nieuws.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

As-tu vu le reportage sur les nouvelles du jour ? (Heb je het verslag gezien over het nieuws van de dag?)
J'ai entendu une rumeur qui m'inquiète un peu. (Ik heb een gerucht gehoord dat me een beetje zorgen baart.)
Le journal d'hier avait un article exclusif. (De krant van gisteren had een exclusief artikel.)
Hier soir, j'ai regardé un programme télé sur les médias en France. (Gisteravond heb ik een tv-programma gekeken over de media in Frankrijk.)

Oefening 4: Clusteren van woorden

Instructie: Koppel elk woord aan de juiste categorie, namelijk aan de informatiebronnen of aan de acties met betrekking tot de media.

Sources d'information

Actions liées aux médias

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Réagir reageren

passe_compose

Frans Nederlands
(je/j') j'ai réagi ik heb gereageerd
tu as réagi jij hebt gereageerd
il/elle/on a réagi hij/zij/men heeft gereageerd
nous avons réagi wij hebben gereageerd
vous avez réagi u hebt gereageerd
ils/elles ont réagi zij hebben gereageerd

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Apprendre leren

passe_compose

Frans Nederlands
(je/j') j'ai appris ik heb geleerd
tu as appris jij hebt geleerd
il/elle/on a appris hij/zij/men heeft geleerd
nous avons appris wij hebben geleerd
vous avez appris u hebt geleerd
ils/elles ont appris zij hebben geleerd

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏