Réagir (reageren) - Passe_compose, indicatif (Volt verleden tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Réagir - Vervoeging van reageren in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, indicatief. (Passe_compose, indicatif).
Passe_compose, indicatif (Volt verleden tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Réagir (reageren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Leerplan: Franse les - As-tu entendu les nouvelles ? (Heb je het nieuws gehoord?)
Vervoeging van reageren in passé composé
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') j'ai réagi | ik heb gereageerd |
tu as réagi | jij hebt gereageerd |
il/elle/on a réagi | hij/zij/men heeft gereageerd |
nous avons réagi | wij hebben gereageerd |
vous avez réagi | u hebt gereageerd |
ils/elles ont réagi | zij hebben gereageerd |
Voorbeeldzinnen
Frans | Nederlands |
---|---|
J'ai réagi à l'article dans le journal. | Ik heb gereageerd op het artikel in de krant. |
Tu as réagi vite au reportage à la télé. | Je hebt snel gereageerd op de reportage op tv. |
Elle a réagi à la nouvelle urgente du magazine. | Ze heeft gereageerd op het dringende nieuws van het tijdschrift. |
Nous avons réagi aux informations du programme hier. | Wij hebben gereageerd op de informatie van het programma gisteren. |
Vous avez réagi à l'actualité dans les médias ce matin. | Jullie hebben gereageerd op het nieuws in de media vanochtend. |
Ils ont réagi au problème posé par le vol annulé. | Ze hebben gereageerd op het probleem van de geannuleerde vlucht. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
on, vous avez réagi, nous avons réagi, tu as réagi, ils, a, j'ai réagi, ont, réagi
1.
Elle ... ré...gi à l... nouvelle urgente du m...g...zine.
(Ze heeft gereageerd op het dringende nieuws van het tijdschrift.)
2.
... à l'article dans le journal.
(Ik heb gereageerd op het artikel in de krant.)
3.
... aux informations du programme hier.
(Wij hebben gereageerd op de informatie van het programma gisteren.)
4.
... vite au reportage à la télé.
(Je hebt snel gereageerd op de reportage op tv.)
5.
... ... ... au problème posé par le vol annulé.
(Ze hebben gereageerd op het probleem van de geannuleerde vlucht.)
6.
... à l'actualité dans les médias ce matin.
(Jullie hebben gereageerd op het nieuws in de media vanochtend.)