Apprendre (leren) - Passe_compose, indicatif (Volt verleden tijd, indicatief)

 Apprendre (leren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Apprendre - Vervoeging van leren in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, indicatief (Passe_compose, indicatif).

Passe_compose, indicatif (Volt verleden tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Apprendre (leren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Métiers et études (Beroepen en studies)

Vervoeging van leren in de passé composé

Frans Nederlands
(je/j') j'ai appris ik heb geleerd
tu as appris jij hebt geleerd
il/elle/on a appris hij/zij/men heeft geleerd
nous avons appris wij hebben geleerd
vous avez appris u hebt geleerd
ils/elles ont appris zij hebben geleerd

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
J'ai appris la nouvelle. Ik heb het nieuws geleerd.
Tu as appris grâce aux médias. Je hebt geleerd dankzij de media.
Il a appris le métier de journaliste. Hij heeft het vak van journalist geleerd.
Nous avons appris les informations à la télévision. Wij hebben de informatie op televisie geleerd.
Vous avez appris ça dans l'article du journal. U hebt dat geleerd in het krantenartikel.
Ils ont appris a faire un magazine. zij hebben geleerd een tijdschrift te maken

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

a, appris, tu as appris, on, ils, nous avons appris, ont, j'ai appris, vous avez appris

1.
... la nouvelle.
(Ik heb het nieuws geleerd.)
2.
... grâce aux médias.
(Je hebt geleerd dankzij de media.)
3.
Il ... ...ppris le métier de journ...liste.
(Hij heeft het vak van journalist geleerd.)
4.
... les informations à la télévision.
(Wij hebben de informatie op televisie geleerd.)
5.
... ça dans l'article du journal.
(U hebt dat geleerd in het krantenartikel.)
6.
... ... ... a faire un magazine.
(Zij hebben geleerd een tijdschrift te maken)