Frans A2 module 5: Ménage quotidien (Dagelijks huishouden)

Dit is leer module 5 van 6 van ons Franse A2-syllabus. Elke leer module bevat 6 tot 8 hoofdstukken.

Leerdoelen:

  • Tout sur les situations domestiques de base. (Alles over basis huishoudelijke situaties.)
  • Conditionnel présent. (Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd.)

Lessen (7)

A2:29 Chez l'agent immobilier (Bij de makelaar)

Leerdoelen

  • Discutez d'une annonce pour une maison ou un appartement que vous venez de voir. (Bespreek een advertentie voor een huis of appartement die je zojuist hebt gezien.)
  • Discuter de l'achat d'une nouvelle maison ou d'un appartement. (Bespreek de aankoop van een nieuw huis of appartement.)

A2:30 À la bibliothèque (In de bibliotheek)

Leerdoelen

  • Parlez d'un livre, d'un conte de fées ou d'un poème que vous avez lu. (Praat over een boek, sprookje of gedicht dat je hebt gelezen.)
  • Demandez un livre ou un auteur à la bibliothèque. (Vraag naar een boek of auteur in de bibliotheek.)

A2:31 Liste de choses à faire (Bucketlist)

Leerdoelen

  • Parlez de votre liste de choses à faire avant de mourir et de vos projets futurs (Praat over je bucketlist en toekomstplannen)

A2:32 Plans familiaux (Gezinsplannen)

Leerdoelen

  • Parler des projets et des ambitions pour l'avenir (Praat over plannen en ambities voor de toekomst)
  • Parlez de vos relations et de vos projets familiaux (Praat over je relaties en gezinsplannen)

A2:33 Ma propre entreprise (Mijn eigen bedrijf)

Leerdoelen

  • Discuter des plans pour démarrer une entreprise. (Plannen bespreken voor het starten van een bedrijf.)
  • Parlez des responsabilités quotidiennes en matière de comptabilité. (Bespreek de dagelijkse boekhoudkundige taken.)

A2:34 Être à la retraite (Met pensioen gaan)

Leerdoelen

  • Parlez des activités et des changements de mode de vie après la retraite. (Praat over activiteiten en veranderingen in levensstijl nadat je met pensioen bent gegaan.)
  • Parler des actions en cours dans le futur. (Praten over lopende acties in de toekomst.)

A2:35 Services et commerces de proximité (Lokale diensten en winkels)

Leerdoelen

  • Connaître les noms des services et des commerces locaux. (Ken de namen van lokale diensten en winkels.)
  • Discutez de ce que vous trouvez dans le centre commercial. (Bespreek wat je in het winkelcentrum vindt.)