A2.6: Op hotel

À l'hôtel

Woordenschat (21)

 La clef: de sleutel (French)

La clef

Show

De sleutel Show

 Un ascenseur: Een lift (French)

Un ascenseur

Show

Een lift Show

 La réception: De receptie (French)

La réception

Show

De receptie Show

 Le service: De service (French)

Le service

Show

De service Show

 Le problème: Het probleem (French)

Le problème

Show

Het probleem Show

 La solution: de oplossing (French)

La solution

Show

De oplossing Show

 Une entrée: Een ingang (French)

Une entrée

Show

Een ingang Show

 La sortie: De uitgang (French)

La sortie

Show

De uitgang Show

 La carte: de kaart (French)

La carte

Show

De kaart Show

 Un escalier: een trap (French)

Un escalier

Show

Een trap Show

 Vers: Naar (French)

Vers

Show

Naar Show

 Régler (regelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Régler

Show

Regelen Show

 Finir (beëindigen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Finir

Show

Beëindigen Show

 Faire l'enregistrement: Inchecken (French)

Faire l'enregistrement

Show

Inchecken Show

 La clef électronique: de elektronische sleutel (French)

La clef électronique

Show

De elektronische sleutel Show

 Le mini-bar: De minibar (French)

Le mini-bar

Show

De minibar Show

 Le concierge: de conciërge (French)

Le concierge

Show

De conciërge Show

 La climatisation: De airconditioning (French)

La climatisation

Show

De airconditioning Show

 La salle de sport: de fitnessruimte (French)

La salle de sport

Show

De fitnessruimte Show

 La femme de ménage: de schoonmaakster (French)

La femme de ménage

Show

De schoonmaakster Show

 S'occuper (zich bezighouden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

S'occuper

Show

Zich bezighouden Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Jouer un dialogue entre le personnel de l'hôtel et le client lors de l'enregistrement. (Speel een dialoog af tussen het hotelpersoneel en de gast tijdens het inchecken.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

J'ai fait une réservation avec booking.com.

Ik heb een reservering gemaakt bij booking.com.

Quel est votre numéro de réservation ?

Wat is uw reserveringsnummer?

Le petit déjeuner commence à 7 heures et se termine à 10 heures.

Het ontbijt begint om 7 uur en eindigt om 10 uur.

Votre numéro de chambre est le 215, au deuxième étage.

Uw kamernummer is 215, op de tweede verdieping.

La salle à manger est à côté de l'ascenseur au rez-de-chaussée.

De eetkamer is naast de lift op de eerste verdieping.

Pourrais-je avoir une serviette supplémentaire ?

Zou ik een extra handdoek kunnen krijgen?

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Je vais faire l'enregistrement à la réception maintenant. (Ik ga nu inchecken bij de receptie.)
Le problème de la climatisation a été réglé hier soir. (Het probleem met de airconditioning is gisteravond opgelost.)
Vous pouvez régler la note avant votre départ. (U kunt de rekening voor uw vertrek regelen.)
La femme de ménage s’occupe de votre chambre aujourd’hui. (De schoonmaakster verzorgt vandaag uw kamer.)

Oefening 4: Clusteren van woorden

Instructie: Rangschik deze woorden in twee categorieën op basis van hun gebruik in het hotel.

À l'arrivée et au départ

Confort et services durant le séjour

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Régler regelen

passe_compose

Frans Nederlands
(je/j') ai réglé ik heb geregeld
(tu) as réglé jij hebt geregeld
(il/elle/on) a réglé hij/zij/men heeft geregeld
(nous) avons réglé wij hebben geregeld
(vous) avez réglé u hebt geregeld
(ils/elles) ont réglé zij hebben geregeld

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Finir beëindigen

passe_compose

Frans Nederlands
(je/j') j'ai fini ik heb beëindigd
tu as fini jij hebt beëindigd
il/elle/on a fini hij/zij/men heeft beëindigd
nous avons fini wij hebben beëindigd
vous avez fini u hebt beëindigd
ils/elles ont fini zij hebben beëindigd

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏