Finir (beëindigen) - Passé composé, indicatif (Voltooid tegenwoordige tijd, indicatief)

 Finir (beëindigen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Finir - Vervoeging van beëindigen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, indicatief (Passé composé, indicatif).

Passé composé, indicatif (Voltooid tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Finir (beëindigen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - À l'hôtel (Op hotel)

Vervoeging van beëindigen in de voltooide tijd

Frans Nederlands
(je/j') j'ai fini ik heb beëindigd
tu as fini jij hebt beëindigd
il/elle/on a fini hij/zij/men heeft beëindigd
nous avons fini wij hebben beëindigd
vous avez fini u hebt beëindigd
ils/elles ont fini zij hebben beëindigd

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
J'ai fini de régler le problème. Ik heb het probleem opgelost.
Tu as fini avec la réception ? Ben je klaar met de receptie?
Il a fini le service d'étage. Hij is klaar met de kamerdienst.
Nous avons fini la carte du buffet. We zijn klaar met de buffetkaart.
Vous avez fini votre entrée à l'hôtel. U bent klaar met uw inchecken in het hotel.
Elles ont fini de descendre l'escalier. Ze zijn klaar met de trap af te lopen.