Régler (regelen) - Passe_compose, indicatif (Volt verleden tijd, indicatief)

 Régler (regelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Régler - Vervoeging van régler in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, indicatief (Passe_compose, indicatif).

Passe_compose, indicatif (Volt verleden tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Régler (regelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - À l'hôtel (Op hotel)

Vervoeging van regelen in de passé composé

Frans Nederlands
(je/j') ai réglé ik heb geregeld
(tu) as réglé jij hebt geregeld
(il/elle/on) a réglé hij/zij/men heeft geregeld
(nous) avons réglé wij hebben geregeld
(vous) avez réglé u hebt geregeld
(ils/elles) ont réglé zij hebben geregeld

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
J'ai réglé la note à la réception. Ik heb de rekening bij de receptie betaald.
Tu as réglé le problème rapidement. Je hebt het probleem snel opgelost.
Elle a réglé tout pour notre sortie. Ze heeft alles geregeld voor onze uitgaan.
Nous avons réglé le service de chambre. We hebben de roomservice betaald.
Vous avez réglé la clef à l'accueil. U heeft de sleutel bij de receptie geregeld.
Ils ont réglé l'ascenseur ce matin. Ze hebben de lift vanochtend gerepareerd.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

avons réglé, as réglé, a réglé, ont réglé, avez réglé, ai réglé

1.
J'... la note à la réception.
(Ik heb de rekening bij de receptie betaald.)
2.
Vous ... la clef à l'accueil.
(U heeft de sleutel bij de receptie geregeld.)
3.
Elle ... tout pour notre sortie.
(Ze heeft alles geregeld voor onze uitgaan.)
4.
Nous ... le service de chambre.
(We hebben de roomservice betaald.)
5.
Tu ... le problème rapidement.
(Je hebt het probleem snel opgelost.)
6.
Ils ... l'ascenseur ce matin.
(Ze hebben de lift vanochtend gerepareerd.)