A2.28: Oefening en levensstijl

Exercice et mode de vie

Woordenschat (18)

 Un entraînement: Een training (French)

Un entraînement

Show

Een training Show

 Le mode de vie: de levensstijl (French)

Le mode de vie

Show

De levensstijl Show

 Une alimentation équilibrée : Een evenwichtige voeding (French)

Une alimentation équilibrée

Show

Een evenwichtige voeding Show

 Actif: actief (French)

Actif

Show

Actief Show

 La course: de loop (French)

La course

Show

De loop Show

 Energique: energiek (French)

Energique

Show

Energiek Show

 La musculation: krachttraining (French)

La musculation

Show

Krachttraining Show

 Un exercice: Een oefening (French)

Un exercice

Show

Een oefening Show

 S'exercer (oefenen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

S'exercer

Show

Oefenen Show

 Se dépenser (zich inspannen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Se dépenser

Show

Zich inspannen Show

 La routine sportive: de sportieve routine (French)

La routine sportive

Show

De sportieve routine Show

 La gestion du stress: stressmanagement (French)

La gestion du stress

Show

Stressmanagement Show

 La discipline: De discipline (French)

La discipline

Show

De discipline Show

 La gourde: de drinkfles (French)

La gourde

Show

De drinkfles Show

 La course à pied: hardlopen (French)

La course à pied

Show

Hardlopen Show

 Le bien-être: Het welzijn (French)

Le bien-être

Show

Het welzijn Show

 Un haltère: Een halter (French)

Un haltère

Show

Een halter Show

 Les chaussures de sport: Sport schoenen (French)

Les chaussures de sport

Show

Sport schoenen Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Faites-vous de l'exercice ? Si oui, que faites-vous ? (Sport je? Zo ja, wat doe je?)
  2. Comment intégrez-vous l'exercice dans votre vie quotidienne ? (Hoe neem je beweging op in je dagelijkse leven?)
  3. Te sens-tu généralement fatigué ou plein d'énergie après avoir fait de l'exercice ? (Voel je je meestal moe of vol energie na het sporten?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Je fais du yoga tous les jours. Je fais aussi des étirements.

Ik doe elke dag yoga. Ik doe ook stretchoefeningen.

Je fais de la musculation à la salle de sport trois fois par semaine. J'aime ça parce que cela me rend fort.

Ik hef drie keer per week gewichten in de sportschool. Ik vind het leuk omdat het me sterk laat voelen.

Je vais à pied à mon bureau au lieu de prendre la voiture.

Ik loop naar mijn kantoor in plaats van de auto te nemen.

J'ai une piscine, donc chaque matin je nage pendant une demi-heure.

Ik heb een zwembad, dus zwem ik elke ochtend een half uur.

Je me sens toujours bien après avoir fait de l'exercice. Cela me donne de l'énergie.

Ik voel me altijd goed na het doen van wat voor soort oefening dan ook. Het geeft me energie.

Je me sens fatigué après avoir fait de l'exercice. En général, je me couche tôt un jour comme celui-là.

Ik voel me moe na het sporten. Meestal ga ik vroeg naar bed op zo'n dag.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Je bois toujours de l'eau avec ma gourde quand je cours. (Ik drink altijd water uit mijn bidon als ik ga hardlopen.)
La musculation aide à gérer le stress au quotidien. (Krachttraining helpt bij het dagelijks omgaan met stress.)
Pour être plus actif, je fais une routine sportive régulière. (Om actiever te zijn, heb ik een regelmatig sportprogramma.)
Il faut des chaussures de sport adaptées pour éviter les blessures en course à pied. (Je hebt geschikte sportschoenen nodig om blessures tijdens het hardlopen te voorkomen.)

Oefening 4: Clusteren van woorden

Instructie: Sleep elk woord in de categorie waarin je denkt dat het het meest wordt gebruikt, afhankelijk van of het betrekking heeft op sport of op de dagelijkse levensstijl.

Matériel et activités sportives

Mode de vie et bien-être

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Se dépenser zich inspannen

imparfait

Frans Nederlands
(je/j') me dépensais ik spande me in
(tu) te dépensais jij spande je in
(il/elle/on) se dépensait hij/zij/men spande zich in
nous dépensions wij spanden ons in
vous dépensiez jullie spanden zich in
(ils/elles) se dépensaient zij spanden zich in

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏