- De woorden "dernier" en "prochain" worden vervoegd met het zelfstandig naamwoord en preciseren het moment.
- Het toevoegen van de woorden "avant" en "après" maakt het mogelijk om te spreken over de dag vóór gisteren en de dag ná morgen.
- Ze kunnen aan het begin of aan het einde van de zin staan.
Expressions (Uitdrukkingen) | Exemples (Voorbeelden) |
Hier Avant-hier Demain Après-demain | Je t'ai vu en ville hier. (Ik heb je in de stad gisteren gezien.) Tu as perdu ton match avant-hier. (Je hebt je wedstrijd eergisteren verloren.) Je vais venir te voir demain. (Ik kom je morgen bezoeken.) Tu vas gagner ton match après-demain. (Je gaat je wedstrijd overmorgen winnen.) |
La semaine dernière La semaine prochaine | Je te l'ai dit la semaine dernière. (Ik heb je dat vorige week. verteld.) Tu vas faire du foot la semaine prochaine. (Je gaat volgende week voetballen.) |
Le mois dernier Le mois prochain | Nous sommes allés au cinéma le mois dernier. (We zijn vorige maand naar de bioscoop geweest.) Vous allez à un concert le mois prochain. (Jullie gaan volgende maand naar een concert.) |
L'année dernière L'année prochaine | Tu as eu 5 ans l'année dernière. (Je bent vorig jaar 5 geworden.) Tu vas avoir 7 l'année prochaine. (Je wordt 7 in het volgende jaar.) |
Oefening 1: Expression des moments
Instructie: Vul het juiste woord in.
le mois prochain, Le mois dernier, Avant-hier, Hier, L'année prochaine, la semaine dernière, la semaine prochaine, Après-demain
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Je cherche la place ___ la rue.
(Ik zoek het plein aan het einde van de straat.)2. Traverse la rue tout droit puis prends à ___ gauche.
(Steek de straat recht over en sla dan linksaf.)3. Tu trouveras le panneau juste ___ le rond-point.
(Je vindt het bord net na de rotonde.)4. ___, j’ai demandé mon chemin à un passant.
(Gisteren heb ik aan een voorbijganger de weg gevraagd.)5. La semaine ___, je vais demander des directions dans le centre-ville.
(Volgende week ga ik om de weg vragen in het centrum.)6. Fais demi-tour ___ le panneau et prends à ta droite.
(Keer om na het bord en sla rechtsaf.)