Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

  1. "En" wordt gebruikt voor maanden en seizoenen.
  2. "À" wordt gebruikt voor precieze uren.
  3. We gebruiken "avant" en "après" om een volgorde in de tijd aan te geven.
Préposition (Voorzetsel)Exemple (Voorbeeld)
En (In)Nous partons en juillet. (We vertrekken in juli.)
À (À)Rendez-vous à midi. (Afspraak om twaalf uur.)
Avant (Voor)Nous partons avant l'école. (Wij vertrekken voor school.)
Après (Na)Je me couche après le film. (Ik ga na de film naar bed.)

Uitzonderingen!

  1. Let op, verwissel niet à (voorzetsel) en a (3e persoon enkelvoud van het werkwoord avoir in de tegenwoordige tijd).

Oefening 1: Les prépositions de temps: "En, À, Avant, Après"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

après, avant, en, à

1.
Je rentre ... qu'il pleuve.
(Ik ga naar binnen voordat het gaat regenen.)
2.
Elles rentrent ... minuit.
(Ze komen om middernacht terug.)
3.
Il pleut souvent ... hiver.
(Het regent vaak in de winter.)
4.
Il neige souvent ... janvier.
(Het sneeuwt vaak in januari.)
5.
Nous célébrons ton anniversaire ... mars.
(We vieren je verjaardag in maart.)
6.
Je mange ... vingt heures.
(Ik eet om twintig uur.)
7.
J'étudies ... le repas pour réviser.
(Ik studeer na de maaltijd om te herhalen.)
8.
Le temps change ... automne.
(Het weer verandert in de herfst.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Je vais à la plage ___ juillet parce qu'il fait chaud.

(Ik ga in juli naar het strand omdat het warm is.)

2. Le rendez-vous est ___ midi, ne sois pas en retard.

(De afspraak is om twaalf uur, wees niet te laat.)

3. Nous partons ___ la tempête pour éviter la pluie.

(We vertrekken voor de storm om de regen te vermijden.)

4. Je me couche ___ avoir regardé l'orage par la fenêtre.

(Ik ga naar bed nadat ik door het raam naar het onweer heb gekeken.)

5. Il fait beau ___ été, avec beaucoup de soleil et peu de nuages.

(Het is mooi weer in de zomer, met veel zon en weinig wolken.)

6. Le brouillard arrive ___ midi, alors sois prudent sur la route.

(De mist arriveert voor het middaguur, dus wees voorzichtig op de weg.)