Trouver (vinden) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Trouver - Vervoeging van vinden in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Present, indicatif).
Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Trouver (vinden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Leerplan: Franse les - Demander et donner des directions (Routebeschrijving vragen en geven)
Vervoeging van vinden in de tegenwoordige tijd
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') trouve | ik vind |
(tu) trouves | jij vindt |
(il/elle/on) trouve | hij/zij/men vindt |
(nous) trouvons | wij vinden |
(vous) trouvez | jullie vinden/u vindt |
(ils/elles) trouvent | zij vinden |
Voorbeeldzinnen
Frans | Nederlands |
---|---|
Je trouve la direction tout droit. | Ik vind de richting rechtdoor. |
Tu trouves la place à côté du rond-point. | Je vindt de plaats naast de rotonde. |
Il trouve le panneau devant la rue. | Hij vindt het bord voor de straat. |
Nous trouvons la pharmacie à gauche. | We vinden de apotheek links. |
Vous trouvez la station de métro ici. | U vindt het metrostation hier. |
Ils trouvent la poste après le garage. | Ze vinden het postkantoor na de garage. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
trouve, trouvons, trouvent, trouvez, trouves
1.
Il ... le panneau devant la rue.
(Hij vindt het bord voor de straat.)
2.
Nous ... la pharmacie à gauche.
(We vinden de apotheek links.)
3.
Vous ... la station de métro ici.
(U vindt het metrostation hier.)
4.
Je ... la direction tout droit.
(Ik vind de richting rechtdoor.)
5.
Tu ... la place à côté du rond-point.
(Je vindt de plaats naast de rotonde.)
6.
Ils ... la poste après le garage.
(Ze vinden het postkantoor na de garage.)