Se maquiller (zich opmaken) - Imparfait, indicatif (Imperfectum, indicatief)

 Se maquiller (zich opmaken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Se maquiller - Vervoeging van zich opmaken in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de imparfait, aantonende wijs (Imparfait, indicatif).

Imparfait, indicatif (Imperfectum, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Se maquiller (zich opmaken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Hygiène personnelle (Persoonlijke hygiëne)

Verbuiging van zich opmaken in de imparfait

Frans Nederlands
(je/j') me maquillais ik maakte mij op
(tu) te maquillais jij maakte je op
(il/elle/on) se maquillait hij/zij/men maakte zich op
nous maquillions wij maakten ons op
vous maquilliez jullie maakten zich op
(ils/elles) se maquillaient zij maakten zich op

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
Je me maquillais pour être belle. ik maakte me op om mooi te zijn
Tu te maquillais avant de sortir. jij maakte je op voordat je uitging
Elle se maquillait après la douche. Ze maakte zich na de douche op.
Nous nous maquillions avec les mains propres. Wij maakten ons op met schone handen.
Vous vous maquilliez après avoir brossé vos dents. Jullie maakten je op nadat jullie je tanden hadden gepoetst.
Ils se maquillaient tous ensemble. zij maakten zich samen op

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

se maquillaient, nous maquillions, te maquillais, se maquillait, me maquillais, vous maquilliez

1.
Elle ... après la douche.
(Ze maakte zich na de douche op.)
2.
Ils ... tous ensemble.
(Zij maakten zich samen op)
3.
Je ... pour être belle.
(Ik maakte me op om mooi te zijn)
4.
Vous ... après avoir brossé vos dents.
(Jullie maakten je op nadat jullie je tanden hadden gepoetst.)
5.
Nous ... avec les mains propres.
(Wij maakten ons op met schone handen.)
6.
Tu ... avant de sortir.
(Jij maakte je op voordat je uitging)