Ressentir (voelen) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Ressentir - Vervoeging van voelen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Present, indicatif).
Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Ressentir (voelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Leerplan: Franse les - Émotions et sentiments (Emoties en gevoelens)
Verbuiging van voelen in de tegenwoordige tijd
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') ressens | ik voel |
(tu) ressens | jij voelt |
(il/elle/on) ressent | hij/zij/men voelt |
(nous) ressentons | wij voelen |
(vous) ressentez | jullie voelen |
(ils/elles) ressentent | zij voelen |
Voorbeeldzinnen
Frans | Nederlands |
---|---|
Je ressens un peu de fatigue ce matin. | Ik voel me een beetje moe vanmorgen. |
Tu ressens souvent de la joie en couleur rose. | Je voelt vaak vreugde in een roze kleur. |
Elle ressent de la peur quand il fait noir. | Ze voelt angst als het donker is. |
Nous ressentons le bonheur quand nous sommes ensemble. | Wij voelen geluk wanneer we samen zijn. |
Vous ressentez la tristesse après ce mauvais jour. | U voelt verdriet na deze slechte dag. |
Ils ressentent l’amour quand ils se regardent. | Ze voelen de liefde wanneer ze elkaar aankijken. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
ressentons, ressentez, ressens, ressentent, ressent
1.
Elle ... de la peur quand il fait noir.
(Ze voelt angst als het donker is.)
2.
Nous ... le bonheur quand nous sommes ensemble.
(Wij voelen geluk wanneer we samen zijn.)
3.
Ils ... l’amour quand ils se regardent.
(Ze voelen de liefde wanneer ze elkaar aankijken.)
4.
Je ... un peu de fatigue ce matin.
(Ik voel me een beetje moe vanmorgen.)
5.
Vous ... la tristesse après ce mauvais jour.
(U voelt verdriet na deze slechte dag.)
6.
Tu ... souvent de la joie en couleur rose.
(Je voelt vaak vreugde in een roze kleur.)