Répondre (antwoorden) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Répondre - Verbuiging van antwoorden in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Present, indicatif).
Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Répondre (antwoorden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Leerplan: Franse les - Demander des choses (Dingen vragen)
vervoeging van antwoorden in de tegenwoordige tijd
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') réponds | ik antwoord |
(tu) réponds | jij antwoordt |
(il/elle/on) répond | hij/zij/men antwoordt |
(nous) répondons | wij antwoorden |
(vous) répondez | u antwoordt |
(ils/elles) répondent | zij beantwoorden |
Voorbeeldzinnen
Frans | Nederlands |
---|---|
Je réponds à la question simple. | Ik beantwoord de eenvoudige vraag. |
Tu réponds souvent aux questions faciles. | Je antwoordt vaak op makkelijke vragen. |
Il répond pourquoi la recette est claire. | Hij legt uit waarom het recept duidelijk is. |
Nous répondons quand on questionne la recette. | Wij antwoorden wanneer men naar het recept vraagt. |
Vous répondez comment doser le sucre ? | Hoe beantwoord je hoe je suiker moet doseren? |
Ils répondent quoi dans la cuisine aujourd’hui. | Wat antwoorden ze in de keuken vandaag? |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
répond, réponds, répondons, répondez, répondent
1.
Ils ... quoi dans la cuisine aujourd’hui.
(Wat antwoorden ze in de keuken vandaag?)
2.
Nous ... quand on questionne la recette.
(Wij antwoorden wanneer men naar het recept vraagt.)
3.
Je ... à la question simple.
(Ik beantwoord de eenvoudige vraag.)
4.
Il ... pourquoi la recette est claire.
(Hij legt uit waarom het recept duidelijk is.)
5.
Vous ... comment doser le sucre ?
(Hoe beantwoord je hoe je suiker moet doseren?)
6.
Tu ... souvent aux questions faciles.
(Je antwoordt vaak op makkelijke vragen.)