Pouvoir (kunnen) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Pouvoir - Vervoeging van kunnen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatif (Present, indicatif).
Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Pouvoir (kunnen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Leerplan: Franse les - Famille (Familie)
Vervoeging van kunnen in de tegenwoordige tijd
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') peux | ik kan |
(tu) peux | jij kunt |
(il/elle/on) peut | hij/zij/men kan |
(nous) pouvons | wij kunnen |
(vous) pouvez | jullie kunnen/u kunt |
(ils/elles) peuvent | zij kunnen |
Voorbeeldzinnen
Frans | Nederlands |
---|---|
Je peux voir la couleur claire. | Ik kan de lichte kleur zien. |
Tu peux goûter ce fruit sucré. | Je kunt deze zoete vrucht proeven. |
Il peut entendre le son doux. | Hij kan het zachte geluid horen. |
Nous pouvons sentir l'odeur salée. | We kunnen de zoute geur ruiken. |
Vous pouvez toucher le tissu doux. | Je kunt de zachte stof aanraken. |
Ils peuvent percevoir le goût amer. | Ze kunnen de bittere smaak waarnemen. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
pouvons, peuvent, peux, peut, pouvez
1.
Je ... voir la couleur claire.
(Ik kan de lichte kleur zien.)
2.
Ils ... percevoir le goût amer.
(Ze kunnen de bittere smaak waarnemen.)
3.
Il ... entendre le son doux.
(Hij kan het zachte geluid horen.)
4.
Nous ... sentir l'odeur salée.
(We kunnen de zoute geur ruiken.)
5.
Vous ... toucher le tissu doux.
(Je kunt de zachte stof aanraken.)
6.
Tu ... goûter ce fruit sucré.
(Je kunt deze zoete vrucht proeven.)