Penser (denken) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Penser (denken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Penser - Vervoeging van denken in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Present, indicatif).

Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Penser (denken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Émotions et sentiments (Emoties en gevoelens)

vervoeging van denken in de tegenwoordige tijd

Frans Nederlands
(je/j') je pense ik denk
tu penses jij denkt
il/elle/on pense hij/zij/men denkt
nous pensons wij denken
vous pensez jullie denken
ils/elles pensent zij denken

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
Je pense que je suis content aujourd'hui. Ik denk dat ik vandaag blij ben.
Tu penses souvent à tes émotions. Je denkt vaak aan je emoties.
Elle pense qu'il est heureux maintenant. Ze denkt dat hij nu gelukkig is.
Nous pensons au bien-être de tous. We denken aan het welzijn van iedereen.
Vous pensez à vos amis amoureux. Je denkt aan je verliefde vrienden.
Ils pensent que c'est une journée jolie. Ze denken dat het een mooie dag is.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

je pense, pense, ils, vous pensez, on, nous pensons, tu penses, pensent

1.
... que je suis content aujourd'hui.
(Ik denk dat ik vandaag blij ben.)
2.
... à vos amis amoureux.
(Je denkt aan je verliefde vrienden.)
3.
Elle ... qu'il est heureux maintenant.
(Ze denkt dat hij nu gelukkig is.)
4.
... au bien-être de tous.
(We denken aan het welzijn van iedereen.)
5.
... souvent à tes émotions.
(Je denkt vaak aan je emoties.)
6.
... ... que c'est une journée jolie.
(Ze denken dat het een mooie dag is.)