Partir (vertrekken) - Passe_compose, indicatif (Volt verleden tijd, indicatief)

 Partir (vertrekken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Partir - Vervoeging van vertrekken in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, indicatif (Passe_compose, indicatif).

Passe_compose, indicatif (Volt verleden tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Partir (vertrekken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Des plans de vacances (Vakantieplannen)

vervoeging van vertrekken in de passé composé

Frans Nederlands
(je/j') je suis parti / je suis partie ik ben vertrokken
tu es parti / tu es partie jij bent vertrokken / jij bent vertrokken
(il/elle/on) il est parti / elle est partie / on est parti(e)s hij is vertrokken / zij is vertrokken / wij zijn vertrokken
nous sommes partis / nous sommes parties wij zijn vertrokken
vous êtes partis / vous êtes parties jullie zijn vertrokken / u bent vertrokken
(ils/elles) ils sont partis / elles sont parties zij zijn vertrokken

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
Je suis parti du restaurant après l'addition. Ik ben vertrokken van het restaurant na de rekening.
Tu es parti sans commander le dessert. Je bent vertrokken zonder het dessert te bestellen.
Elle est partie du bar avant le serveur. Zij is vertrokken van de bar vóór de ober.
Nous sommes partis après la réservation de la table. Wij zijn vertrokken na het reserveren van de tafel.
Vous êtes partis sans laisser un pourboire, s'il vous plaît ! U bent vertrokken zonder een fooi achter te laten, alstublieft!
Ils sont partis quand le serveur a apporté la boisson. Ze zijn vertrokken toen de ober de drank bracht.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

on, es, partis, êtes, je, sommes, tu, parti, ils, vous, sont, suis, nous

1.
... ... ... après la réservation de la table.
(Wij zijn vertrokken na het reserveren van de tafel.)
2.
... ... ... quand le serveur a apporté la boisson.
(Ze zijn vertrokken toen de ober de drank bracht.)
3.
... ... ... sans laisser un pourboire, s'il ... plaît !
(U bent vertrokken zonder een fooi achter te laten, alstublieft!)
4.
... ... ... du restaurant après l'addition.
(Ik ben vertrokken van het restaurant na de rekening.)
5.
Elle est partie du bar avant le serveur.
(Zij is vertrokken van de bar vóór de ober.)
6.
... ... ... sans commander le d...sert.
(Je bent vertrokken zonder het dessert te bestellen.)