Ouvrir (openen) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Ouvrir (openen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Ouvrir - Ouvrir vervoegen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Present, indicatif).

Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Ouvrir (openen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Meubles (Meubilair)

Tegenwoordige tijd van openen

Frans Nederlands
(je/j') j'ouvre ik open
tu ouvres jij opent
il/elle/on ouvre hij/zij/men opent
nous ouvrons wij openen
vous ouvrez u opent
ils/elles ouvrent zij openen

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
J'ouvre la porte du salon. Ik open de deur van de woonkamer.
Tu ouvres le placard doucement. Je opent de kast voorzichtig.
Il ouvre la fenêtre de la chambre. Hij opent het slaapkamerraam.
Nous ouvrons la porte de la cuisine. Wij openen de deur van de keuken.
Vous ouvrez la lampe pour lire. Je opent de lamp om te lezen.
Ils ouvrent les armoires dans l'appartement. Ze openen de kasten in het appartement.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

nous ouvrons, ouvrent, tu ouvres, ouvre, vous ouvrez, on, j'ouvre, ils

1.
... la porte de la cuisine.
(Wij openen de deur van de keuken.)
2.
... le placard doucement.
(Je opent de kast voorzichtig.)
3.
Il ... la fenêtre de la chambre.
(Hij opent het slaapkamerraam.)
4.
... ... les armoires dans l'appartement.
(Ze openen de kasten in het appartement.)
5.
... la porte du salon.
(Ik open de deur van de woonkamer.)
6.
... la lampe pour lire.
(Je opent de lamp om te lezen.)