Offrir (aanbieden) - Imparfait, indicatif (Imperfectum, indicatief)

 Offrir (aanbieden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Offrir - Vervoeging van aanbieden in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de imparfait, indicatief (Imparfait, indicatif).

Imparfait, indicatif (Imperfectum, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Offrir (aanbieden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Rendre visite à des amis (Vrienden bezoeken)

vervoeging van aanbieden in de imparfait

Frans Nederlands
(je/j') offrais ik bood aan
(tu) offrais jij bood aan
(il/elle/on) offrait hij/zij/men bood aan
(nous) offrions wij boden aan
(vous) offriez u bood aan
(ils/elles) offraient zij boden aan

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
J'offrais un cadeau de la boutique. Ik bood een cadeau uit de winkel aan.
Tu offrais un bouquet à ta mère. jij bood een bos bloemen aan je moeder
Il offrait un rendez-vous chez l'esthéticienne. Hij bood een afspraak aan bij de schoonheidsspecialiste.
Nous offrions des fruits chez le primeur. Wij boden fruit aan bij de groenteboer.
Vous offriez le service du pressing. U bood de stomerijservice aan.
Ils offraient un institut de beauté. ze boden een schoonheidsinstituut aan

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

offrions, offrais, offriez, offrait, offraient

1.
J'... un cadeau de la boutique.
(Ik bood een cadeau uit de winkel aan.)
2.
Il ... un rendez-vous chez l'esthéticienne.
(Hij bood een afspraak aan bij de schoonheidsspecialiste.)
3.
Nous ... des fruits chez le primeur.
(Wij boden fruit aan bij de groenteboer.)
4.
Vous ... le service du pressing.
(U bood de stomerijservice aan.)
5.
Ils ... un institut de beauté.
(Ze boden een schoonheidsinstituut aan)
6.
Tu ... un bouquet à ta mère.
(Jij bood een bos bloemen aan je moeder)