Monter (opstijgen) - Futur_simple, indicatif (Toekomende tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Monter - Vervoeging van opstijgen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de futur simple, indicatif. (Futur_simple, indicatif).
Futur_simple, indicatif (Toekomende tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Monter (opstijgen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Leerplan: Franse les - Transport (Transport)
Vervoeging van opstijgen in de futur simple
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') monterai | ik zal opstijgen |
(tu) monteras | jij zult opstijgen |
(il/elle/on) montera | hij/zij/men zal opstijgen |
(nous) monterons | wij zullen opstijgen |
(vous) monterez | jullie zullen opstijgen |
(ils/elles) monteront | zij zullen opstijgen |
Voorbeeldzinnen
Frans | Nederlands |
---|---|
Je monterai dans les arbres pendant la randonnée. | Ik zal tijdens de wandeling in de bomen opstijgen. |
Tu monteras sur la colline de la prairie. | jij zult opstijgen op de heuvel van de prairie |
Elle montera sur moi pour traverser la rivière. | zij zal opstijgen op mij om de rivier over te steken |
Nous monterons sur le vélo ce week-end. | We zullen dit weekend op de fiets opstijgen. |
Vous monterez faire de la randonnée. | u zult gaan wandelen |
Ils monteront à pied jusqu'au chemin du lac. | zij zullen te voet opstijgen naar het meerpad |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
monterai, monteras, montera, monterons, monterez, monteront
1.
Vous ... faire de la randonnée.
(U zult gaan wandelen)
2.
Nous ... sur le vélo ce week-end.
(We zullen dit weekend op de fiets opstijgen.)
3.
Elle ... sur moi pour traverser la rivière.
(Zij zal opstijgen op mij om de rivier over te steken)
4.
Ils ... à pied jusqu'au chemin du lac.
(Zij zullen te voet opstijgen naar het meerpad)
5.
Tu ... sur la colline de la prairie.
(Jij zult opstijgen op de heuvel van de prairie)
6.
Je ... dans les arbres pendant la randonnée.
(Ik zal tijdens de wandeling in de bomen opstijgen.)