Mettre (zetten) - Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Mettre - Verbuiging van zetten in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Present, indicatif).
Present, indicatif (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Mettre (zetten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Leerplan: Franse les - Apparence physique (Fysiek en uiterlijk)
Tegenwoordige tijd van het werkwoord mettre
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') je/ j' mets | ik zet/j zet |
tu mets | jij zet |
il/elle/on met | hij/zij/men zet |
nous mettons | wij zetten |
vous mettez | jullie zetten/u zet |
ils/elles mettent | zij zetten |
Voorbeeldzinnen
Frans | Nederlands |
---|---|
Je mets la farine dans la balance. | Ik zet de bloem op de weegschaal. |
Tu mets le sel dans la recette. | jij zet het zout in het recept |
Elle met souvent de l’huile dans la cuisine. | zij zet vaak olie in de keuken |
Nous mettons le poivre pour assaisonner. | Wij zetten de peper om te kruiden. |
Vous mettez le sucre dans la pâte. | U zet de suiker in het deeg. |
Ils mettent les épices avant de mélanger. | zij zetten de kruiden voordat ze mengen |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
ils, on, nous mettons, mets, tu mets, je, met, vous mettez, mettent
1.
... le sucre dans la pâte.
(U zet de suiker in het deeg.)
2.
Elle ... souvent de l’huile dans la cuisine.
(Zij zet vaak olie in de keuken)
3.
... le poivre pour assaisonner.
(Wij zetten de peper om te kruiden.)
4.
... ... la farine dans la balance.
(Ik zet de bloem op de weegschaal.)
5.
... le sel dans la recette.
(Jij zet het zout in het recept)
6.
... ... les épices avant de mélanger.
(Zij zetten de kruiden voordat ze mengen)